De functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van obstakels. De frequentie van het geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via de luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter, klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Grafische weergave
De grafische weergave is een aanvulling op het geluidssignaal. Op het scherm worden blokken weergegeven die het pictogram van de auto steeds dichter naderen.
Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.