Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op
de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd
zodra er bij een wagensnelheid van maximaal
10 km/h vóór de auto een obstakel wordt
gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra
de auto langer dan drie seconden stilstaat met
een ingeschakelde versnelling vooruit, als er
geen obstakel meer wordt gedetecteerd of
wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan
10 km/h.
Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker
(voor of achter) wordt weergegeven, is te herkennen
of het obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
Uitschakelen/activeren van de
parkeerhulp vóór en achter
Met Autoradio of bij HYbrid4-uitvoering
Met Touchscreen
De functie kan worden uitgeschakeld door deze knop in te drukken. Het
controlelampje in de knop
gaat branden.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de functie weer geactiveerd. Het
controlelampje dooft.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door PEUGEOT
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).
LESEN SIE MEHR:
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Als er een storing optreedt, gaat
bij het
inschakelen van de achteruitversnelling
dit verklikkerlampje op het
Storing
instrumentenpaneel branden en/of wordt er een
bericht op het display weergegeven, in combinatie
met een geluidssignaal (korte pieptoon).
Het automatische ontwasemingssysteem verkleint de kans op het beslaan
van de binnenzijde van de voorruit doordat de aanwezigheid van vocht aan
de binnenzijde van de voorruit automatisch gesignaleerd wordt.