Rijden in de winter
De slechtere weersomstandigheden in de winter leiden tot meer slijtage en
andere problemen. Volg onderstaande aanwijzingen om de problemen tijdens
het rijden in de winter tot een minimum te beperken:
LESEN SIE MEHR:
Banden
Verhoog de bandenspanning tot de voorgeschreven waarde. Een te lage
bandenspanning kan leiden tot oververhitting van de banden en tot schade
aan de banden Laat de banden van uw auto tijdig vervangen; versleten
banden hebben minder grip en raken sneller lek.
Om met uw auto op een besneeuwd wegdek te kunnen rijden, kan het
noodzakelijk zijn gebruik te maken van winterbanden of sneeuwkettingen
onder uw auto te monteren. Kies winterbanden van dezelfde maat en
hetzelfde type als de oorspronkelijk onder de auto gemonteerde banden. Het
niet in acht nemen van dit advies kan de veiligheid en de rijeigenschappen
van uw voertuig nadelig beïnvloeden. Verder zijn hoge snelheden,
plotseling remmen en het nemen van scherpe bochten potentieel gevaarlijke
situaties Probeer bij het afremmen zoveel mogelijk op de motor af te
remmen. Door plotseling te remmen op een met sneeuw of ijs bedekte weg kan
de auto in een slip raken. Bewaar voldoende afstand tot uw voorligger.
Trap verder het rempedaal met beleid in. Het monteren van sneeuwkettingen
zorgt wel voor een betere grip maar kan niet voorkomen dat de auto in een
slip raakt.
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende
zitposities kan worden geplaatst.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel: