Instructieboekje, auto handleidingen

Rijmodusselectieschakelaar

De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandigheden.

Auto's zonder Adaptive Variable Suspension-systeem

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Normale modus.

    Biedt een optimale balans tussen brandstofverbruik, laag geluidsniveau en dynamische prestaties. Geschikt voor rijden in de stad.

    Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus wanneer de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd.

  2. ECO-modus.

    Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke wijze te accelereren en het brandstofverbruik te verlagen door een gematigde afstelling van de smoorklep en door het regelen van de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen).

    Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO-modus branden.

  3. Sportmodus.

    Regelt het hybridesysteem voor een snelle en krachtige acceleratie. In deze modus wordt ook het stuurgevoel gewijzigd, waardoor deze modus geschikt is voor wanneer wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer bochtige wegen.

    Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT branden en verandert de hybridesysteemindicator in de toerenteller.

Auto's met Adaptive Variable Suspension-systeem

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Normale/aangepaste modus.

    U kunt de normale en aangepaste modus selecteren door de rijmodusselectieschakelaar in te drukken. Telkens wanneer de schakelaar wordt ingedrukt, wijzigt de rijmodus tussen de normale modus en de aangepaste modus. Wanneer de aangepaste modus wordt geselecteerd, gaat het controlelampje "CUSTOMIZE" branden.

    Druk, wanneer de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd, op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus.

    • Normale modus.

      Zorgt voor een optimale balans tussen brandstofverbruik, stilte en dynamische prestaties. Geschikt voor rijden in de stad.

    • Aangepaste modus.

      In deze modus kunt u rijden met de volgende functies aangepast aan uw persoonlijke voorkeur.

      De instellingen van de aangepaste modus kunnen alleen worden gewijzigd op het display voor de persoonlijke voorkeursinstellingen van de rijmodus op het scherm van het audiosysteem.

      (Weergave van het display voor het aanpassen aan de persoonlijke voorkeur van de rijmodus)

Functie Instellen
Aandrijflijn Normaal
Power
ECO
Chassis Normaal
Sport
Airconditioning Normaal
ECO
  1. ECO-modus.

    Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke wijze te accelereren en het brandstofverbruik te verlagen door een gematigde afstelling van de smoorklep en door het regelen van de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen).

    Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO-modus branden.

  2. Sportmodus
    • Modus SPORT S.

      Regelt het hybridesysteem voor een snelle en krachtige acceleratie. Deze modus is geschikt voor wanneer wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer bochtige wegen.

      Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT branden en verandert de hybridesysteemindicator in de toerenteller.

    • Modus SPORT S+.

      Zorgt voor behoud van de stuurprestaties en rijstabiliteit door gelijktijdig de stuurinrichting en de wielophanging te regelen alsmede het hybridesysteem.

      Geschikt voor een sportiever rijgedrag.

      Wanneer de modus SPORT S is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT S+ branden.

■Werking van de airconditioning in de ECO-modus De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het airconditioningsysteem om brandstof te besparen. Stel de aanjagersnelheid af of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de airconditioning te verbeteren.

■ Automatisch uitschakelen van de sportmodus en de aangepaste modus Als het contact UIT wordt gezet nadat is gereden in de sportmodus of de aangepaste modus, wijzigt de rijmodus in de normale modus.

■ Pop-updisplay rijmodus (auto's met 10,3 inch display) Wanneer de rijmodus wordt gewijzigd, wordt de geselecteerde rijmodus tijdelijk weergegeven op het nevenscherm.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > RCTA-functie

    De RCTA-functie maakt gebruik van radarsensoren om auto's die van rechts of links achter naderen te signaleren en waarschuwt de bestuurder voor de aanwezigheid van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten knipperen en een zoemer te laten klinken. Naderende auto's Detectiegebieden voor naderende auto's

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Ondersteunende systemen

    Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Waarschuwing te lage bandenspanning

    Bij een te lage bandenspanning brandt dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en, afhankelijk van de uitrusting, in combinatie met de weergave van een melding. Als er een afwijking in de bandenspanning van één band wordt geconstateerd, kan deze band worden herkend aan het pictogram of, afhankelijk van de uitvoering, de weergegeven melding. Verlaag onmiddellijk de snelheid, maak geen bruuske stuurbewegingen en rem niet plotseling hard af. Zet uw auto stil zodra de verkeerssituatie dit toelaat. Controleer de spanning van de vier banden (bij koude banden) als u over een compressor beschikt, bijvoorbeeld die van de bandenreparatieset.