RCTA-functie
De RCTA-functie maakt gebruik van radarsensoren om auto's die van rechts of
links achter naderen te signaleren en waarschuwt de bestuurder voor de
aanwezigheid
van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten
knipperen en een zoemer te laten klinken.
- Naderende auto's
- Detectiegebieden voor naderende auto's
■ Weergave RCTA-icoon (indien aanwezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert,
wordt het volgende weergegeven op het scherm van het audiosysteem.
WAARSCHUWING ■Waarschuwingen met betrekking
tot het gebruik van de functie
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig
rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende functie die de bestuurder
waarschuwt wanneer er
een auto van rechts of links achter de auto nadert.
Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed werkt, dient de
bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren. Wanneer u te veel op
deze functie vertrouwt, kan
dit leiden tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg. |
Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden
gesignaleerd.
De zoemer kan de bestuurder waarschuwen voor snellere auto's die van verder
weg naderen.
Bijvoorbeeld:
■ De RCTA werkt wanneer
De RCTA werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- De BSM-functie is ingeschakeld.
- De selectiehendel in stand R staat.
- De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8 km/h.
- De rijsnelheid van de naderende auto ligt tussen ongeveer 8
km/h en 28 km/h.
■ Omstandigheden waaronder de RCTA-functie een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of objecten te
signaleren:
- Voertuigen die van direct achter de auto naderen
- Voertuigen die achteruit inparkeren in een parkeerruimte
naast uw auto
- Voertuigen die niet kunnen worden gesignaleerd
door de sensoren als gevolg van obstakels
- Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en
vergelijkbare stilstaande objecten*
- Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
- Voertuigen die van de auto af bewegen
- Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
■ Omstandigheden waaronder de RCTA mogelijk niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden signaleert de RCTA auto's
mogelijk niet correct:
- Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of
de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
- Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is
bedekt door
modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
- Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer,
zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
- Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte
tussen elke auto
- Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
- Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's met
trekhaakpakket)
- Bij het achteruitrijden op een helling met
een grote verandering in het hellingspercentage
- Bij het onder een kleine hoek achteruit uitrijden
van een parkeerplaats
- Als de sensoren een voertuig niet kunnen
signaleren als gevolg van obstakels
● Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de RCTA onnodig een auto
en/of
object signaleert groter:
- Wanneer een voertuig uw auto van opzij passeert
- Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
- Wanneer de afstand tussen uw auto en metalen objecten, zoals
een vangrail, muur,
verkeersbord of geparkeerde auto, die mogelijk elektrische
golven richting de achterzijde
van de auto reflecteren, kort is
LESEN SIE MEHR:
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren om auto's te signaleren
die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat niet in de
buitenspiegel
is te zien (de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de
indicator in de buitenspiegel.
De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de
rijomstandigheden.
Auto's zonder Adaptive Variable Suspension-systeem
Normale modus.
WAARSCHUWING
Draag tijdens het rijden altijd
geschikte schoenen.
Ongeschikte schoenen
(hoge hakken, skischoenen, enz.) kunnen het bedienen van het rempedaal, het gaspedaal en het koppelingspedaal (indien van toepassing) bemoeilijken.
Houd het gaspedaal niet ingedrukt wanneer u de auto start. De auto kan in beweging komen en een ongeluk veroorzaken.
Wacht tot het toerental van de motor normaal is. Als het toerental te hoog is, kan het voertuig plotseling bewegen als het rempedaal wordt losgelaten.