Instructieboekje, auto handleidingen

BSM (Blind Spot Monitor)

Overzicht van de Blind Spot Monitor

De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies:

  • De BSM-functie (Blind Spot Monitor).

    Helpt de bestuurder bij het nemen van een beslissing als van rijstrook wordt gewisseld

  • De RCTA-functie (Rear Crossing Traffic Alert).

    Helpt de bestuurder bij het achteruitrijden

Deze functies maken gebruik van dezelfde sensoren.

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Hoofdschakelaar BSM.

    Druk op de schakelaar om het systeem in of uit te schakelen. Als de schakelaar wordt ingeschakeld, gaat het controlelampje van de schakelaar branden en klinkt de zoemer.

    Gezamenlijke schakelaar voor de BSM-functie en de RCTA-functie.

  2. Indicatoren in buitenspiegel.

    BSM-functie: Als een auto in de dode hoek wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspiegel branden als de richtingaanwijzerschakelaar niet wordt bediend. Als de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend in de richting van de zijde waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspiegel knipperen RCTA: Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, gaan de indicatoren in beide buitenspiegels knipperen.

  3. RCTA-zoemer (RCTA).

    Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, klinkt er een zoemer. De zoemer klinkt ook gedurende ongeveer 1 seconde direct nadat de BSM-functie is bediend om het systeem in te schakelen.

  4. Weergave monitorscherm (RCTA).

    Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, wordt het RCTA-icoon voor de desbetreffende gesignaleerde zijde weergegeven op het monitorscherm.

    In deze afbeelding wordt een voorbeeld getoond van een auto die van links achter nadert.

■ Zichtbaarheid van de indicatoren in de buitenspiegels Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.

■ Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk boven harde geluiden uit, zoals wanneer het volume van het audiosysteem hoog staat.

■ Als er een storing in de Blind Spot Monitor aanwezig is Als er een systeemstoring wordt gesignaleerd om een van onderstaande redenen, wordt er een waarschuwingsmelding weergegeven:

  • Een sensor is defect
  • Een sensor is vuil, bedekt met sneeuw of er zit een sticker op
  • De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
  • De sensorspanning is ongewoon
  • Een sensor is niet goed uitgelijnd

■ Verklaring bij de Blind Spot Monitor

WAARSCHUWING

■ Omgaan met de radarsensor Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren geplaatst in respectievelijk de linker- en rechterzijde van de achterbumper. Houd u aan het volgende om ervoor te zorgen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.

  • Houd de sensoren en de omgeving ervan op de achterbumper te allen tijde schoon.

    Als een sensor of de omgeving ervan op de achterbumper vuil is of bedekt met sneeuw, werkt de Blind Spot Monitor mogelijk niet en wordt er een waarschuwingsmelding weergegeven. Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw weg en rijd gedurende ongeveer 10 minuten met de auto terwijl aan de bedrijfscondities voor de BSM-functie wordt voldaan. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige wanneer de waarschuwingsmelding niet verdwijnt.

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet bloot aan krachtige schokken.

    Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk niet goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.

    Laat uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

    • Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
    • Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwezig zijn of als een deel van de sensoren is losgekomen.
  • Neem de sensor niet uit elkaar.
  • Plak geen stickers op de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper.
  • Breng geen wijzigingen aan de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper aan.
  • Breng geen andere kleur lak dan een officiële Lexus-kleur aan op de achterbumper.

LESEN SIE MEHR:

 Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Zaken die u dient te weten

■ Als u bepaalde verschijnselen opmerkt Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de mogelijke oorzaak en de oplossing en controleer opnieuw. Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Het beeld is niet goed te zien De auto bevindt zich in een donkere omgeving De temperatuur rondom de lens is hoog of laag De buitentemperatuur is laag Er zitten waterdruppels op de camera Het regent of is vochtig Er zitten verontreinigingen (modder, enz.) op de camera Er zitten krassen op de camera Zonlicht of koplampen van andere auto's schijnt/schijnen rechtstreeks in de camera De auto bevindt zich onder fluorescerende lampen, natriumlampen, kwiklampen, enz. Als dit gebeurt als gevolg van deze oorzaken, duidt dat niet op een storing.

 Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > BSM-functie

De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren om auto's te signaleren die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat niet in de buitenspiegel is te zien (de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicator in de buitenspiegel.

 KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Motorolie (benzinemotor)

Motoroliepeil controleren Controleer of de auto horizontaal staat. Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur komen. Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar het carter terug kan lopen. Trek de peilstok uit de houder, veeg hem schoon en steek hem weer geheel in de houder.