BSM (Blind Spot Monitor)
Overzicht van de Blind Spot Monitor
De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies:
Deze functies maken gebruik van dezelfde sensoren.
- Hoofdschakelaar BSM.
Druk op de schakelaar om het systeem in of uit te schakelen. Als de
schakelaar wordt
ingeschakeld, gaat het controlelampje van de schakelaar branden en klinkt de
zoemer.
Gezamenlijke schakelaar voor de BSM-functie en de RCTA-functie.
- Indicatoren in buitenspiegel.
BSM-functie:
Als een auto in de dode hoek wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de
buitenspiegel
branden als de richtingaanwijzerschakelaar niet wordt bediend. Als de
richtingaanwijzerschakelaar
wordt bediend in de richting van de zijde waar een auto wordt
gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspiegel knipperen
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert,
gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knipperen.
- RCTA-zoemer (RCTA).
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert,
klinkt er
een zoemer. De zoemer klinkt ook gedurende ongeveer 1 seconde direct nadat
de
BSM-functie is bediend om het systeem in te schakelen.
- Weergave monitorscherm (RCTA).
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert,
wordt
het RCTA-icoon voor de desbetreffende gesignaleerde zijde weergegeven
op het monitorscherm.
In deze afbeelding wordt een voorbeeld getoond van een auto die van links
achter
nadert.
■ Zichtbaarheid van de indicatoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed
te zien.
■ Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk boven harde geluiden uit, zoals
wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■ Als er een storing in de Blind Spot Monitor aanwezig is
Als er een systeemstoring wordt gesignaleerd om een van onderstaande
redenen, wordt
er een waarschuwingsmelding weergegeven:
- Een sensor is defect
- Een sensor is vuil, bedekt met sneeuw of er zit een sticker op
- De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
- De sensorspanning is ongewoon
- Een sensor is niet goed uitgelijnd
■ Verklaring bij de Blind Spot Monitor
WAARSCHUWING ■ Omgaan met de radarsensor
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren geplaatst in respectievelijk de
linker- en rechterzijde
van de achterbumper. Houd u aan het volgende om ervoor te zorgen dat de
Blind
Spot Monitor goed werkt.
- Houd de sensoren en de omgeving ervan op
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op de
achterbumper vuil is of bedekt met sneeuw,
werkt de Blind Spot Monitor mogelijk niet en
wordt er een waarschuwingsmelding weergegeven. Veeg in dat geval
het vuil of de sneeuw weg en rijd gedurende
ongeveer 10 minuten met de auto terwijl aan
de bedrijfscondities voor de BSM-functie wordt voldaan. Laat de auto
nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
wanneer de waarschuwingsmelding
niet verdwijnt.
- Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet
bloot aan krachtige
schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem
mogelijk niet goed
meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.
Laat uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
- Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan
krachtige schokken.
- Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor
aanwezig zijn of als een
deel van de sensoren is losgekomen.
- Neem de sensor niet uit elkaar.
- Plak geen stickers op de sensor of de omgeving ervan op de
achterbumper.
- Breng geen wijzigingen aan de sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper
aan.
- Breng geen andere kleur lak dan een officiële Lexus-kleur
aan op de achterbumper.
|
LESEN SIE MEHR:
■ Als u bepaalde verschijnselen opmerkt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de mogelijke
oorzaak en de oplossing en controleer opnieuw.
Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de auto
controleren
door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschijnlijke oorzaak
Oplossing
Het beeld is niet goed te zien
De auto bevindt zich in een donkere
omgeving
De temperatuur rondom de lens is
hoog of laag
De buitentemperatuur is laag
Er zitten waterdruppels op de camera
Het regent of is vochtig
Er zitten verontreinigingen (modder,
enz.) op de camera
Er zitten krassen op de camera
Zonlicht of koplampen van andere
auto's schijnt/schijnen rechtstreeks in
de camera
De auto bevindt zich onder fluorescerende
lampen, natriumlampen, kwiklampen,
enz.
Als dit gebeurt als gevolg van deze oorzaken,
duidt dat niet op een storing.
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren om auto's te signaleren
die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat niet in de
buitenspiegel
is te zien (de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de
indicator in de buitenspiegel.
Motoroliepeil controleren
Controleer of de auto horizontaal staat.
Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur
komen.
Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar
het carter terug kan lopen.
Trek de peilstok uit de houder, veeg hem schoon en steek hem
weer geheel in de houder.