Instructieboekje, auto handleidingen

Zaken die u dient te weten

■ Als u bepaalde verschijnselen opmerkt Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de mogelijke oorzaak en de oplossing en controleer opnieuw.

Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
Het beeld is niet goed te zien
  • De auto bevindt zich in een donkere omgeving
  • De temperatuur rondom de lens is hoog of laag
  • De buitentemperatuur is laag
  • Er zitten waterdruppels op de camera
  • Het regent of is vochtig
  • Er zitten verontreinigingen (modder, enz.) op de camera
  • Er zitten krassen op de camera
  • Zonlicht of koplampen van andere auto's schijnt/schijnen rechtstreeks in de camera
  • De auto bevindt zich onder fluorescerende lampen, natriumlampen, kwiklampen, enz.
Als dit gebeurt als gevolg van deze oorzaken, duidt dat niet op een storing.

Rijd achteruit terwijl u de omgeving van de auto visueel controleert. (Gebruik de monitor weer als de omstandigheden verbeterd zijn.) Het beeld van het scherm van het Lexus Parking Assist Monitor-systeem kan worden aangepast.

Het beeld is wazig
Er zit(ten) vuil of verontreinigingen (zoals waterdruppels, sneeuw, modder, enz.) op de camera. Spoel de camera af met een grote hoeveelheid water en veeg de lens af met een zachte, natte doek.
Het beeld is niet recht
De camera of de omgeving ervan is aan een krachtige schok blootgesteld. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De rijlijnen lopen helemaal verkeerd
De camerapositie is niet uitgelijnd. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • De auto staat schuin (de auto is zwaar beladen, de bandenspanning is te laag als gevolg van een lekke band, enz.).
  • De auto wordt gebruikt op een helling.
Als dit gebeurt als gevolg van deze oorzaken, duidt dat niet op een storing.

Rijd achteruit terwijl u de omgeving van de auto visueel controleert.

De geschatte koerslijnen bewegen, ook al staat het stuurwiel recht
Er is een storing aanwezig in de uitgangssignalen van de stuurhoeksensor. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De rijlijnen worden niet weergegeven
De achterklep is geopend. Sluit de achterklep.

Laat als het symptoom hierdoor niet verholpen is de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

De rijlijnen worden niet weergegeven
  • Het stuurwiel is gedraaid terwijl de accu was losgekoppeld en weer aangesloten.
  • Het laadniveau van de accu is laag.
  • De stuurhoeksensor is opnieuw geplaatst.
  • Er is een storing aanwezig in de uitgangssignalen van de stuurhoeksensor.
Zet de auto stil en draai het stuurwiel zo ver mogelijk naar links en rechts.

Laat als het symptoom hierdoor niet verholpen is de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

 

WAARSCHUWING

■ Tijdens het gebruik van de Lexus Parking Assist Monitor De Parking Assist Monitor is een aanvullend systeem om u te assisteren bij het achteruitrijden.

Controleer bij het achteruitrijden eerst visueel de omgeving achter en rondom de auto voordat u verder gaat.

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om een ongeval te voorkomen waarbij ernstig letsel kan ontstaan:

  • Vertrouw tijdens het achteruitrijden nooit uitsluitend op de Parking Assist-monitor.

    De weergave en positie van de rijlijnen op het scherm wijken mogelijk af van de werkelijke situatie.

    Wees voorzichtig, net als bij het achteruitrijden met elke andere auto.

  • Rijd langzaam achteruit, waarbij u de rijsnelheid regelt via het rempedaal.
  • Als u dichtbijzijnde auto's, obstakels, mensen of de stoeprand dreigt te raken, trap dan het rempedaal in om de auto tot stilstand te brengen.
  • De gegeven instructies zijn slechts richtlijnen.

    Wanneer en in welke mate er bij het parkeren aan het stuurwiel moet worden gedraaid, is afhankelijk van de verkeerssituatie, het wegdek, de staat van de auto, enz.

    Houd hier rekening mee wanneer u gebruikmaakt van het Parking Assist-systeem.

  • Controleer voordat u de auto parkeert of er voldoende ruimte is voor uw auto.
  • Gebruik de Parking Assist Monitor in de volgende gevallen niet:
    • Op een glad of modderig wegdek of in sneeuw
    • Bij het gebruik van sneeuwkettingen of het reservewiel
    • Wanneer de achterklep niet geheel gesloten is
    • Op wegen die niet recht en niet vlak zijn, zoals bochten en hellingen.
  • Bij lage temperaturen wordt het scherm mogelijk donkerder of wordt het beeld mogelijk onduidelijk. Het beeld kan worden vervormd wanneer de auto rijdt of mogelijk kunt u het beeld niet op het scherm zien. Controleer voordat u verdergaat de omgeving van de auto visueel en kijk ook in de spiegels.
  • Als er banden met andere afmetingen zijn gemonteerd, worden de rijlijnen op het scherm mogelijk anders weergegeven.
  • De camera is voorzien van een speciale lens. De afstanden tot objecten en voetgangers die op het scherm worden weergegeven, verschillen van de werkelijke afstanden.
  • Weergavemodus geschatte koerslijn: Laat, wanneer het stuurwiel in de rechtuitstand staat en de voertuigbreedtereferentielijnen en de geschatte koerslijnen niet in een lijn staan, uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

 

OPMERKING

■ Gebruik van de camera

  • De Parking Assist Monitor werkt in de volgende gevallen mogelijk niet goed.
    • Als de achterzijde van de auto aan schokken wordt blootgesteld, kan de stand van de camera veranderen.
    • De camera is waterdicht afgesloten. Verwijder, demonteer of wijzig hem daarom niet. Anders kan hij onjuist gaan werken.
    • Spoel de camera af met een grote hoeveelheid water en veeg de lens af met een zachte, natte doek. Wrijf niet te hard over de cameralens. Als er krassen op de cameralens zitten, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen.
    • Zorg ervoor dat er geen organische oplosmiddelen, autowas, ruitenreiniger of ruitencoating op de lens terechtkomt. Verwijder dergelijke stoffen zo snel mogelijk van de lens als dit gebeurt.
    • Bij een snelle temperatuurverandering, bijvoorbeeld wanneer bij koud weer heet water op de auto wordt gegoten, kan het zijn dat het systeem niet goed werkt.
    • Stel de camera of de omgeving van de camera tijdens het wassen van de auto niet bloot aan sterke waterstralen. Hierdoor kunnen storingen optreden in de camera.
    • Wanneer de camera wordt gebruikt in een omgeving die wordt verlicht door tllampen, natriumlampen, kwiklampen, enz. kan het gebeuren dat de lampen en de verlichte omgeving lijken te knipperen.
  • Stel de camera niet bloot aan een krachtige schok, omdat anders een storing kan optreden.

    Laat als dit gebeurt de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Voorzorgsmaatregelen voor Lexus Parking Assist Monitor

    ■ Gebied dat op het scherm wordt weergegeven De Parking Assist Monitor geeft, vanaf de achterbumper, een beeld weer van het gebied achter de auto. Het beeld van de Lexus Parking Assist Monitor kan worden aangepast. Het gebied dat op het scherm wordt weergegeven, is afhankelijk van de stand van de auto. De camera kan geen objecten signaleren die zich te dicht bij de hoeken van de bumper of onder de bumper bevinden. De camera is voorzien van een speciale lens. De afstand op het beeld op het scherm wijkt af van de werkelijke afstand. Objecten die zich op een hogere plaats bevinden dan de camera, worden mogelijk niet weergegeven op het scherm.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > BSM (Blind Spot Monitor)

    Overzicht van de Blind Spot Monitor De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies: De BSM-functie (Blind Spot Monitor). Helpt de bestuurder bij het nemen van een beslissing als van rijstrook wordt gewisseld De RCTA-functie (Rear Crossing Traffic Alert).

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Snelheden opslaan

    Het opslaan van snelheden geldt voor de snelheidsbegrenzer en voor de snelheidsregelaar. Werking U kunt vijf snelheden opslaan in het geheugen van het systeem. Standaard zijn er al enkele snelheden opgeslagen. Ga naar het "Hoofdmenu" van het display van het instrumentenpaneel door op de toets "CONFIG" te drukken. Selecteer het menu "Parameters auto" en bevestig uw keuze. Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestig uw keuze. Selecteer "Geprogrammeerde snelheden" en bevestig uw keuze. Selecteer "Activeren" om de opgeslagen snelheden te kunnen gebruiken. Vink de snelheden M1 tot en met M5 aan die u wilt gebruiken. Verplaats de cursor naar de gekozen waarde en druk vervolgens op "CONFIG" om de waarde te kunnen wijzigen. Selecteer "OK" en bevestig dit om de wijzigingen op te slaan. Voer deze handelingen omwille van de veiligheid alleen uit als de auto stilstaat en gebruik hierbij het display van het instrumentenpaneel.