Instructieboekje, auto handleidingen

Routegeleiding

Routegeleiding  

  1. Afslagindicator. Druk hierop om de laatste gesproken instructie te beluisteren.
  2. Bijzondere locatie (POI).
  3. Geschatte aankomsttijd, afstand tot bestemming of tijd tot bestemming.
  4. Huidige weg.
  5. Navigatie-instructies dempen.

N.B.:  Om het volume van de gesproken routegeleiding te wijzigen, draait u aan de volumeknop terwijl een instructie voor routegeleiding wordt afgespeeld.

Routegeleidingsmenu

Menu-item  Omschrijving 
Schermweergave Pas uw kaartvoorkeuren aan terwijl de routegeleiding actief is. 
Volledige kaart Bekijk een kaart op het volledige scherm terwijl de routegeleiding actief is. 
Informatie over afritten Bekijk informatie over snelwegafritten op uw huidige route. 
Afslagenlijst Bekijk de wegbeschrijving van uw huidige route. Selecteer een weg om deze te vermijden. 
Navigatie-instellingen Pas navigatie-instellingen aan.
Waar ben ik? Bekijk informatie over uw huidige locatie. 
Wis route Annuleer de routegeleiding. 
Geef route weer Bekijk de volledige huidige route op de kaart. 
Omleiding Bekijk een alternatieve route vergeleken met uw huidige route. 
Bewerk routepunten Verander de volgorde van routepunten of verwijder ze. 
Beste volg. Het systeem bepaalt de volgorde van routepunten voor u. 
Start Ga naar het volgende scherm en start de nieuwe route. 

Het volume van navigatie-instructies aanpassen

Draai aan de volumeknop terwijl een instructie voor routegeleiding wordt afgespeeld om het volume aan te passen.

N.B.:  Als u het volume per ongeluk op nul hebt gezet, drukt u op de knop met de richtingaanwijzer om de laatste spraakopdracht af te spelen en past u het volume dan aan tot het gewenste niveau.

Navigatie-instructies dempen

Missing Image  Druk op het scherm op de dempoptie om instructies voor routegeleiding te dempen.

N.B.:  Het systeem dempt de volgende en alle toekomstige navigatie-instructies.

N.B.:  Wanneer u navigatie-instructies dempt, wordt het symbool groen.

Routepunten toevoegen

U kunt een routepunt toevoegen aan een navigatieroute als bestemming langs uw route. U kunt maximaal vijf routepunten toevoegen.

  1. Selecteer de zoekoptie op de kaart.
  2. Stel een bestemming in.
  3. Selecteer Add Waypoint.
  4. Selecteer Go.
Routegeleiding annuleren

Missing Image  Selecteer de menuoptie voor routegeleiding in het actieve scherm voor routegeleiding.

Selecteer Cancel Route.

Routegeleiding annuleren

N.B.:  De menuoptie voor routegeleiding staat altijd rechtsonder op de hoofdkaart.

Michelin reisgids

De Michelin reisgids is een service die aanvullende informatie biedt over bepaalde bijzondere locaties (ook wel POI's, Points of Interest genoemd) zoals restaurants, hotels en toeristische attracties. Bij bijzondere locaties waarover informatie in de Michelin reisgids staat, wordt een toets weergegeven om meer informatie te tonen. Duw op de toets om de extra informatie te bekijken. Als u uw telefoon hebt gekoppeld aan het systeem, kunt u op de telefoontoets drukken om de geselecteerde bijzondere locatie rechtstreeks te bellen.

Updates van navigatiekaarten

HERE is de leverancier van de digitale kaarten voor de navigatietoepassing. Als u fouten in de kaartgegevens vindt, kunt u die direct aan HERE melden; ga daarvoor naar www.here.com. HERE evalueert alle gerapporteerde fouten met kaarten en reageert via e-mail met het resultaat van hun onderzoek.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Een bestemming instellen

    Bestemmingsinvoermenu Item  Omschrijving  Zoeken Voer een adres in als bestemming.  Vorige bestemmingen Geef een lijst met eerdere bestemmingen weer en selecteer een bestemming.  Thuis Stel uw opgeslagen thuisadres in als uw bestemming.  Werk Stel uw opgeslagen werkplek in als uw bestemming.  Favorieten Geef een lijst met favoriete bestemmingen weer en selecteer een bestemming. 

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Informatie elektrisch voertuig

    Krachtoverbrenging   Informatie over het stroomverbruik van uw hybride auto is beschikbaar via het gedeelte Apps van het aanraakscherm.   Aanduiding  Item  Omschrijving  A  Vermogen Dit wijst erop welke modus actief is in het voertuigsysteem.  Menu-item  Actie en omschrijving  Status: hybride aandrijving De elektromotor en de benzinemotor drijven de auto aan.  Status: Hoogvoltage-accu wordt opgeladen Het hybride systeem slaat vermogen op in de hoogspanningsaccu.  Status: inactief De auto staat stil of deelt erg weinig vermogen tussen de onderdelen van het elektrische systeem.  Status: elektrische aandrijving De auto rijdt in elektrische modus (het vermogen komt van de elektromotor). In deze modus is de benzinemotor uitgeschakeld.  B  Stroom van motor naar wielen  Toont de richting van de stroom tussen de wielen en de elektromotor.  C  Elektr. motor Stelt de hybride elektromotor voor. Hoe hoger het motorvermogen, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn. Wanneer de auto klaar is voor vertrek, gaat het motorknooppunt branden.  D  Stroom accu naar motor  1  Geeft de richting van de stroom tussen de hoogspanningsaccu en de elektromotor weer. Een stroom naar de motor toe wijst erop dat de accu vermogen levert om de auto aan te drijven (de accu wordt ontladen). Een stroom naar de accu toe wijst erop dat de elektromotor stroom levert aan de accu (de accu wordt opgeladen).  E  Overig 2  Omvat alle stroomverbruik van de accessoires met laagspanning, zoals de ventilator voor klimaatregeling, koplampen en stoelverwarming. Hoe hoger het stroomverbruik van deze accessoires, des te groter de cirkel rond het knooppunt zal zijn. Dit knooppunt gaat branden telkens wanneer de auto is ingeschakeld aangezien er steeds een minimum aan energie wordt verbruikt.  F  Temperatuurregeling 2,3  Omvat het stroomverbruik van de hoogspanningscomponenten voor klimaatregeling, zoals de elektrische aircocompressor. Hoe hoger het stroomverbruik van deze componenten, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn.  G  Accu Stelt uw hoogspanningsaccu voor. Er brandt een cirkel rond het knooppunt wanneer de hoogspanningsaccu vermogen ontvangt van regeneratief remmen of opladen via de motor. Hoe hoger de stroom naar de hoogspanningsaccu, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn.  H  Brandst. Stelt de brandstoftank in de auto voor.  I  Stroom brandstof naar motor  Toont de stroom van de brandstoftank naar de motor wanneer de motor draait en brandstof verbruikt (soms draait de motor maar verbruikt deze geen brandstof). Wanneer de motor draait, maar geen brandstof verbruikt, is het motorknooppunt actief, maar is het brandstofpad uit. Een voorbeeld hiervan is wanneer u het gaspedaal niet intrapt en de auto tegen een hoge snelheid rijdt.  J  Motor aan wegens: Geeft u de reden(en) waarom de benzinemotor draait. Wanneer de benzinemotor is uitgeschakeld, verschijnt deze weergave niet. De redenen voor Motor draait omwille van worden weergegeven door het systeem in een tabel na deze lijst.  K  Stroom van motor naar motor  Toont de richting van de stroom tussen de motor en de elektromotor. De richting wijst erop dat de motor stroom levert aan het elektrisch hoogspanningssysteem of dat het elektrisch hoogspanningssysteem vermogen levert om de motor te regelen of te starten.  L  Motor Geeft de benzinemotor weer. Dit gaat alleen branden wanneer de benzinemotor is ingeschakeld. Hoe hoger het motorvermogen, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn.  M  Stroom van motor naar wielen  Toont de richting van de stroom tussen de motor en de wielen.  N  Aandrijv. Geeft het vermogen naar de wielen weer. Hoe hoger het wielvermogen, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn. Wanneer de motor is uitgeschakeld, wordt het aandrijfvermogen in het blauw weergegeven. Wanneer de motor is ingeschakeld, wordt het aandrijfvermogen in het grijs weergegeven. 

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Lamp mistachterlicht vervangen (stationwagen)

    1. Open de achterklep. 2. Verwijder de deksel. 3. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de uitsparingen van de lichtunit. 4. Trek het lampje uit de fitting. 5. Plaats een nieuw lampje in de fitting. 6. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de lichtunit. Duw de fitting in de lichtunit en draai de fitting rechtsom. 7. Plaats het deksel in de opening.