Ruitensproeiers vóór en koplampsproeiers
- Trek de ruitenwisserschakelaar enkele
seconden naar u toe. De ruitensproeiers
treden in werking, waarna enige tijd de
ruitenwissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers worden alleen
geactiveerd als de dimlichten branden en de
auto rijdt.
Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het niveau van het
reservoir te laag is, verschijnt dit pictogram
op het instrumentenpaneel in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op
het display van het instrumentenpaneel.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt
aangezet of als de schakelaar wordt bediend,
zolang het reservoir niet gevuld is.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of
laat het bijvullen.
LESEN SIE MEHR:
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende
automatische functies van de ruitenwissers
mogelijk:
automatische werking van de ruitenwissers
vóór,
automatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen
detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid
neerslag.
De parkeerrem moet zijn
aangetrokken.
Zet bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de
versnellingshendel in de neutraalstand en
trap het koppelingspedaal volledig in.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand N of P en trap het rempedaal volledig
in.
Steek de sleutel in het contactslot.