Instructieboekje, auto handleidingen

Selecteren van het schakelbereik in stand S

Zet de selectiehendel in stand S om de S-modus in te schakelen. Schakelbereiken kunnen worden geselecteerd met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaars.

Het schakelbereik kan worden geselecteerd met de selectiehendel of met de paddle shift-schakelaars - en +.

  1. Opschakelen
  2. Terugschakelen

Rijprocedures

Het geselecteerde schakelbereik, S1 t/m S6, wordt weergegeven op het instrumentenpaneel.

Het standaard schakelbereik in stand S is automatisch beperkt tot S2, S3, S4 of S5 afhankelijk van de rijsnelheid.

■ Schakelbereiken en hun functies

  • U kunt kiezen uit 6 niveaus voor de mate van accelereren en afremmen op de motor.
  • Bij een kleiner schakelbereik wordt er sterker geaccelereerd en op de motor afgeremd dan bij een groter schakelbereik en ook neemt het toerental toe.
  • Als u accelereert in de standen 1 - 4 wordt mogelijk automatisch opgeschakeld naar een hoger schakelbereik overeenkomstig de rijsnelheid.

■ Als paddle shift-schakelaar - wordt bediend terwijl de selectiehendel in stand D staat Er wordt teruggeschakeld naar een bereik waarin een motorremwerking wordt gegenereerd die geschikt is voor de rijomstandigheden.

■ Automatische blokkering van de selectie van het schakelbereik in stand D De selectie van het schakelbereik in stand D wordt geblokkeerd in de volgende gevallen:

  • Als de auto tot stilstand komt
  • Als in een schakelprogramma het gaspedaal gedurende langer dan een bepaalde tijd wordt ingetrapt
  • Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet

■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïnvloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden teruggeschakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden teruggeschakeld met de selectiehendel of paddle shift-schakelaar. (Er klinkt tweemaal een zoemer.)

■ Automatisch uitschakelen van de SNOW-modus De SNOW-modus wordt automatisch uitgeschakeld als na het rijden in deze stand het contact UIT wordt gezet.

■ Tijdens het rijden met de cruise control of de Dynamic Radar Cruise Control ingeschakeld Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise control of de Dynamic Radar Cruise Control niet wordt uitgeschakeld.

  • Als er tijdens het rijden in stand D of stand S wordt teruggeschakeld naar 5 of 4.
  • Als tijdens het rijden in stand D de sportmodus wordt ingeschakeld.

■ Beperken plotseling wegrijden (wegrijregeling) Wanneer de onderstaande ongewone bediening plaatsvindt, wordt het vermogen van het hybridesysteem mogelijk beperkt.

  • Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P in R wordt gezet (D omvat S) terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay. Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
  • Wanneer ook het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.

■ Schakelblokkeersysteem Het schakelblokkeersysteem is een systeem dat voorkomt dat de selectiehendel tijdens het starten per ongeluk in een andere stand gezet wordt.

De selectiehendel kan alleen uit stand P worden gezet wanneer het contact AAN staat en het rempedaal wordt ingetrapt.

■ Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet Controleer eerst of het rempedaal is ingetrapt.

Als de selectiehendel niet in een andere stand gezet kan worden terwijl u het rempedaal ingetrapt hebt, kan er een probleem aanwezig zijn in het schakelblokkeersysteem. Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Met de volgende procedure kan in noodgevallen de blokkering van de selectiehendel ongedaan worden gemaakt.

Uitschakelen van de schakelblokkering:

1. Activeer de parkeerrem.

2. Zet het contact UIT.

3. Trap het rempedaal in.

4. Wrik het afdekplaatje omhoog met een sleufkopschroevendraaier o.i.d.

Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan het afdekplaatje te voorkomen.

Rijprocedures

5. Druk de deblokkeerschakelaar in.

De selectiehendel kan worden verplaatst als de schakelaar ingedrukt is.

Rijprocedures

WAARSCHUWING

■ Tijdens het rijden op een glad wegdek Schakel voorzichtig terug en vermijd plotseling accelereren om te voorkomen dat de auto in een slip raakt of de aangedreven wielen doorslippen.

■ Voorkomen van ongevallen bij het uitschakelen van de schakelblokkering Activeer de parkeerrem en trap het rempedaal in alvorens de deblokkeerschakelaar in te drukken.

Als per ongeluk het gaspedaal in plaats van het rempedaal wordt ingetrapt als de deblokkeerschakelaar wordt ingedrukt en de selectiehendel uit stand P wordt gezet, kan de auto plotseling wegrijden, hetgeen kan leiden tot een ongeval, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

 

OPMERKING

■ Lading batterijpakket (tractiebatterij) Als de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractiebatterij) niet opgeladen, ook al draait de motor. Als de auto lang in stand N blijft staan, ontlaadt het batterijpakket (tractiebatterij) dus en start de auto mogelijk niet.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Selecteren van het schakelbereik in stand D

    Bedien de paddle shift-schakelaar - om een tijdelijk schakelbereik te selecteren. Door het veranderen van het schakelbereik kan het gewenste niveau van remwerking worden geselecteerd. Selecteer vervolgens het schakelbereik met de paddle shift-schakelaars - en +. Opschakelen Terugschakelen

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Richtingaanwijzerschakelaar

    Bedieningsinstructies De hendel keert direct na bediening terug in zijn oorspronkelijke positie. Rechts afslaan. Rijstrookwisseling naar rechts (beweeg de hendel iets omhoog en laat hem los).

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes

    Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf. Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op: conform de Europese wetgeving dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden vervoerd*, de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto, kinderen tot 9 kg moeten zowel voorals achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd. PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de buitenste achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren: met de rug in de rijrichting tot 3 jaar, met het gezicht in de rijrichting vanaf 3 jaar.