Selectiehendel
- Toets programma "S" (Sport).
- Toets programma "T" (Sneeuw).
Schakelpatroon
P. Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
- Starten van de motor.
R. Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N. Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
- Starten van de motor.
D. Automatische werking.
M.+ / - Zelf schakelen tussen de zes
versnellingen.
Beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om op te schakelen.
of
Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om terug te schakelen.
LESEN SIE MEHR:
+. Flipper om op te schakelen, rechts achter het
stuurwiel.
Beweeg de flipper "+" naar u toe om op te
schakelen.
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging
wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende
omstandigheden geactiveerd:
Een vergrendeld portier of de achterklep wordt ontgrendeld
of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie of de afstandsbediening.
(Het portier
wordt automatisch weer vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto
binnen.) (indien aanwezig)
Als de hellingsensor een verandering van de helling van de
auto signaleert.