Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het
remgedrag van de auto.
Uitsluitend de voorwielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge ondergrond.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal toegestane
snelheid.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto.
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Montagetips
- Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
- Trek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
- Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
- Rijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50 km/h.
- Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
LESEN SIE MEHR:
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type E10 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn
EN 15293.
Het afneembare sneeuwscherm wordt op het onderste gedeelte van de voorbumper
geplaatst om een opeenhoping van sneeuw bij de koelventilateur van de radiateur
te voorkomen.
Zorg dat de motor is afgezet en de ventilateur stil staat
als er handelingen aan het sneeuwscherm worden
uitgevoerd. Voor het plaatsen en verwijderen wordt
geadviseerd contact op te nemen met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als het systeem geen betrouwbare informatie over snelheidslimieten
heeft, wordt het volgende symbool zowel op het instrumentenpaneel als
op het navigatiescherm weergegeven.
Als het systeem een inhaalverbodsbord signaleert, wordt een
inhaalverbod weergegeven op zowel het instrumentenpaneel als het
navigatiescherm.
Nadat een bord "einde snelheidslimiet" is gepasseerd, gebruikt de
SLIF informatie van het navigatiesysteem om de bestuurder te
informeren over eventueel daarna geldende snelheidslimieten.
Voor sommige delen van snelwegen in Duitsland gelden geen
snelheidslimieten In dat geval toont de SLIF een verkeersbord "einde
snelheidslimiet" zolang geen ander snelheidslimietbord wordt
gepasseerd.