Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.
Controleer eerst of de nominale spanning
van de hulpaccu 12 V bedraagt en of de
capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk
is aan die van de ontladen accu.
Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los terwijl de motor draait.
- Verwijder, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje van de pluspool (+).
- Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B.
- Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
- Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu (of op de motorsteun).
- Start de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten
draaien.
LESEN SIE MEHR:
De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:
open de motorkap via de hendel in
het interieur en gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde,
verwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool,
maak indien nodig de zekeringkast los om
de accu te kunnen verwijderen.
Bij auto's met het Stop & Start-systeem
hoeven de accukabels tijdens het
opladen niet losgenomen te worden.
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.
Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Startsysteem
weer zal werken, hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).