Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster.
Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V
of hoger.
Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12 V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(autoradio, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen
van de motor (ventilateur, riem enz.)
bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los terwijl de motor draait.
Een aantal functies, waaronder
het Stop & Start-systeem, is niet
beschikbaar als de laadtoestand van de
accu onvoldoende is.
LESEN SIE MEHR:
Voor een optimale levensduur van de accu
is het noodzakelijk om het laadniveau van de
accu op een voldoende peil te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
als u voornamelijk korte ritten maakt,
voordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Met het systeem kunt u sleutels programmeren met beperkte rijfuncties om
goed rijgedrag te stimuleren. Met uitzondering van één sleutel kunt u alle
sleutels gebruiken die voor uw auto met deze beperkte rijfuncties zijn
geprogrammeerd.Sleutels die niet geprogrammeerd zijn worden admin-sleutels genoemd. Met deze
sleutels kunt u:
een MyKey maken
optionele MyKey instellingen programmeren
alle MyKey-functies wissen.
Als u een MyKey geprogrammeerd hebt, kunt u via het informatiedisplay toegang
krijgen tot de volgende informatie:
Hoeveel admin-sleutels en MyKeys bij de auto geprogrammeerd zijn.
De totale gereden afstand met gebruik van een MyKey.
N.B.: Schakel het contact in om
het systeem te gebruiken.