Als de accu van uw auto ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels of een startbooster.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.
Controleer eerst of de nominale spanning van de hulpaccu 12 V bedraagt en of de capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (autoradio, ruitenwissers, verlichting enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de buurt van bewegende delen van de motor (ventilateur, riem enz.) bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet los terwijl de motor draait.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.