Instructieboekje, auto handleidingen

Systeem instellen en activeren

Systeeminstelling

Systeeminstelling

De bestuurder kan de AEB activeren door het contact in de stand ON te plaatsen en door 'User Settings' (Gebruikersinstellingen), 'Driving Assist' (Rijassistentie) en vervolgens 'Autonomous Braking System' (Autonoom remsysteem) te selecteren. De AEB schakelt uit wanneer de bestuurder de systeeminstellingen annuleert.

Het Waarschuwingslampje brandt op het LCD scherm wanneer u het AEB systeem annuleert. Het licht zelfs op wanneer de ESC (elektronische stabiliteitsregeling) UIT staat De bestuurder kan de AEB ON/OFFstatus op het LCD display opvolgen Als het Waarschuwingslampje blijft branden (ON) bij geactiveerde AEB, moet u het systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/ servicepartner te bezoeken.

Systeeminstelling

Systeeminstelling

De bestuurder kan de initiële WAARSCHUWING sactiveringstijd selecteren in de Gebruikersinstellingen op het LCD display van het instrumentenpaneel. De opties voor de initiële frontalebotsingsWAARSCHUWING zijn als volgt:

  • EARLY (vroeg) Als deze optie geselecteerd is, wordt de initiële frontalebotsingsWAARSCHUWING vroeger dan normaal geactiveerd. Deze instelling maximaliseert de afstand tussen het voorliggende voertuig of de voetganger voordat de initiële WAARSCHUWING wordt gegeven.
  • NORMAL (normaal) Als deze optie geselecteerd is, wordt de initiële frontalebotsingsWAARSCHUWING normaal geactiveerd Deze instelling zorgt voor een nominale afstand tussen het voorliggende voertuig of de voetganger voordat de initiële WAARSCHUWING wordt gegeven.
  • LATE (laat) Als deze optie geselecteerd is, wordt de initiële frontalebotsingsWAARSCHUWING later dan normaal geactiveerd. Deze instelling vermindert de afstand tussen het voorliggende voertuig of de voetganger voordat de initiële WAARSCHUWING wordt gegeven.

Voorwaarde voor activering

De AEB wordt voor activering in gereedheid gebracht wanneer de AEB op het LCD display wordt geselecteerd, en wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan.

  • De ESC is geactiveerd.
  • De rijsnelheid is hoger dan 10 km/h (De AEB wordt echter ingeschakeld bij een bepaalde rijsnelheid.)
  • Wanneer een voorligger of voetganger voor het voertuig wordt herkend (De AEB wordt echter niet ingeschakeld volgens omstandigheden vóór het voertuig en voertuigsystemen, maar geeft alleen bepaalde WAARSCHUWING en.)

WAARSCHUWING

  • De AEB schakelt automatisch in nadat het contact in de stand ON is gezet. De bestuurder kan de AEB deactiveren door de systeeminstelling op het LCD scherm te annuleren.
  • De AEB schakelt automatisch uit na annuleren van de ESC. Als de ESC wordt geannuleerd, kan de AEB niet worden ingeschakeld op het LCD display.
  • Stel de AEB in of schakel de AEB uit met de schakelaars op het stuurwiel nadat het voertuig op een veilige plaats tot stilstand is gebracht.

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Autonomous Emergency Braking (AEB, autonome noodrem)

    Het AEB systeem is bedoeld om het risico op ongevallen terug te dringen. Het herkent de afstand van het voertuig of de voetganger voor u met behulp van sensors (d.w.z. radar en camera). Zo nodig wordt de bestuurder gewaarschuwd voor het risico van een ongeval door middel van een WAARSCHUWING smelding of een alarm.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > AEB WAARSCHUWING en bediening systeem

    De AEB geeft WAARSCHUWING smeldingen en WAARSCHUWING salarmen weer afhankelijk van de kans op een botsing bij plots remmen van de voorligger, een te korte tussenafstand of kans op een botsing met een voetganger. Ook bedient het de remmen afhankelijk van de kans op een botsing.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Bandenspanning

    Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De bandenspanning moet ten minste eenmaal per maand gecontroleerd worden. Lexus beveelt u echter aan de bandenspanning eens per twee weken te controleren. ■ Gevolgen van een onjuiste bandenspanning Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen hebben: Brandstofverbruik Verminderd rijcomfort en een slechte handling Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage Een onveilige auto Beschadiging van de aandrijflijn