Tijdelijk overschrijden van
de ingestelde snelheid
- Als u de ingestelde snelheid tijdelijk wilt
overschrijden, trap dan het gaspedaal
stevig in, tot voorbij het zware punt.
De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk
uitgeschakeld en de weergegeven ingestelde
snelheid knippert.
Bij een steile afdaling of bij snel
accelereren kan de snelheidsbegrenzer
niet voorkomen dat de ingestelde
snelheid wordt overschreden.
Als het overschrijden van de ingestelde snelheid niet
wordt veroorzaakt door het stevig intrappen van het
gaspedaal, klinkt bovendien een geluidssignaal.
Zodra de wagensnelheid de ingestelde snelheid weer
heeft bereikt, wordt de snelheidsbegrenzer ingeschakeld:
de weergegeven ingestelde snelheid knippert niet meer.
Uitschakelen
- Draai de knop 1 in de stand "0": de
informatie over de snelheidsbegrenzer
wordt niet meer weergegeven.
LESEN SIE MEHR:
Er kan een snelheid worden ingesteld zonder
de begrenzer in te schakelen.
Wijzigen van de snelheidslimiet met behulp
van de geprogrammeerde snelheden via uw
Autoradio:
activeer eerst de functie (zie de rubriek
"Opslaan van snelheden"),
houd de toets 2 of 3 ingedrukt, het systeem
geeft de geprogrammeerde snelheid
weer die het dichtste bij de actuele
wagensnelheid ligt; deze snelheid wordt de
nieuwe snelheidslimiet,
druk nogmaals op de toets 2 of 3 om een
andere snelheid te selecteren.
Het knipperen van de streepjes wijst op een
storing in de snelheidsbegrenzer.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van matten die niet door
CITROËN zijn goedgekeurd, kan de werking
van de snelheidsbegrenzer hinderen.
Met de sleutel
Draai de sleutel in de richting van de voorzijde
van de auto om de auto te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening
Druk op het geopende
hangslot
om de auto te ontgrendelen.
Als deze knop ingedrukt
wordt
gehouden, worden de ruiten
automatisch geopend.