Tussenafstand instellen
Tussenafstand instellen
Met deze functie kunt u een bepaalde afstand tot uw voorligger
programmeren, zonder dat u het gaspedaal of het rempedaal hoeft in te
trappen De tussenafstand wordt automatisch geactiveerd wanneer het
Advanced Smart Cruise Control systeem is ingeschakeld Selecteer de
geschikte afstand overeenkomstig de wegomstandigheden en de rijsnelheid
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de tussenafstand als volgt
gewijzigd:
Als u bijvoorbeeld 90 km/h rijdt, zijn de tussenafstanden:
Afstand 4 ca. 52,50 m Afstand 3 ca. 40 m Afstand 2 ca. 32,50
m Afstand 1 ca. 25 m
OPMERKING 'Afstand 4' wordt altijd ingesteld als het systeem de eerste keer na het starten van de motor wordt gebruikt.
OPMERKING Het Advanced Smart Cruise Controlsysteem onthoudt de laatste tussenafstand die de bestuurder
heeft gebruikt in het voertuig met Autonomous Emergency Braking (AEB,
autonome noodrem).
Tussenafstand instellen
- De auto houdt de ingestelde snelheid aan wanneer de rijstrook vóór de
auto vrij is.
- De auto gaat sneller of langzamer rijden om de geselecteerde
afstand te blijven aanhouden wanneer zich op de rijstrook een auto
vóór uw auto bevindt (Op het LCD display ziet u alleen een auto vóór
uw auto wanneer er zich ook daadwerkelijk een auto vóór u bevindt.)
- Wanneer de voorligger sneller gaat rijden, trekt uw auto tot de
geselecteerde snelheid op en houdt daarna een constante rijsnelheid
aan.
LET OP
- De Waarschuwingszoemer klinkt en het LCD display knippert wanneer het moeilijk is om de geselecteerde afstand tot de voorligger vast te houden.
- Wanneer de Waarschuwingszoemer klinkt, pas dan actief de rijsnelheid aan door het rempedaal in te trappen overeenkomstig de weg en rijomstandigheden.
- Zelfs als u de Waarschuwingszoemer niet hoort, moet u altijd op de rijomstandigheden letten om te voorkomen dat een gevaarlijke situatie optreedt.
LET OP Als de voorligger (rijsnelheid minder dan 30 km/h) een baan opschuift, klinkt de Waarschuwingszoemer en verschijnt een melding. Pas actief de rijsnelheid aan
door het rempedaal in te trappen al naar gelang de weg en
rijomstandigheden.
Filerijden
ls u in een file rijdt, stopt uw auto als uw voorligger stopt. En als uw
voorligger weer gaat rijden, gaat uw auto ook rijden. Als de auto echter
langer dan 3 seconden stilstaat, moet u het gaspedaal intrappen of de
hendel omhoog of omlaag (naar RES+ of SET ) drukken om te gaan rijden.
Radar om de afstand tot devoorligger te signaleren
De sensor signaleert de afstand tot de voorligger Als de sensor is
bedekt met vuil o.i.d functioneert de tussenafstandsregeling mogelijk
niet normaal Houd het gebied vóór de sensor altijd schoon.
SCC modus tijdelijk uitgeschakeld
Als de radar of de afdekkap vuil is of bedekt is met verontreinigingen
zoals sneeuw, verschijnt deze melding en verdwijnt ze na enige tijd. In
dat geval werkt het systeem mogelijk tijdelijk niet, maar dit duidt niet
op een storing in het Smart Cruise Control systeem Reinig de radar of de
afdekkap met een zachte doek. Daarna zal het systeem weer normaal werken.
Check SCC Systeem (Smart Cruise Control)
De melding wordt weergegeven wanneer de constante afstandsregeling niet
normaal werkt Laat het systeem in dat geval nakijken door een
professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/
servicepartner te bezoeken.
LET OP
- Monteer geen accessoires in de buurt van de sensor en vervang de bumper niet zelf. Hierdoor kan de werking van de sensor verstoord raken.
- Houd de sensor en de bumper altijd schoon.
- Was de auto met een zachte doek om te voorkomen dat de beschermkap van de sensor beschadigd raakt.
- Beschadig de sensor of de omgeving van de sensor niet door er op te slaan. Als de sensor iets uit positie raakt, zal het Advanced Smart Cruise Control systeem niet goed werken, zonder dat dit door een WAARSCHUWING of controlelampje op het instrumentenpaneel wordt aangegeven. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kiadealer/ servicepartner te bezoeken.
- Gebruik alleen originele Kia beschermkapjes voor de sensor van uw auto. Beschilder de beschermkap van de sensor niet.
LESEN SIE MEHR:
Snelheid cruise control instellen:
1. Druk op de toets CRUISE om het systeem in te schakelen. Het
controlelampje CRUISE in het instrumentenpaneel gaat branden. 2.
Accelereer naar de gewenste snelheid De snelheid van de Smart Cruise
Control kan als volgt worden ingesteld:
30 km/h ~ 180 km/h: als er geen voorligger is
0 km/h ~ 180 km/h: als er wel een voorligger is
U kunt de gevoeligheid instellen van de rijsnelheid bij het met een
ingestelde afstand volgen van de voorligger. Ga naar de modus "User
Settings" (gebruikersinstellingen) (Driving Assist, rijbegeleiding) en
selecteer SCC (Smart Cruise Control). U kunt uit een van de drie fasen
kiezen.
Traag: De volgsnelheid om de ingestelde afstand tot de
voorligger te behouden is lager dan de normale snelheid.
Normaal: De volgsnelheid om de ingestelde afstand tot de
voorligger te behouden is normaal.
Snel: De volgsnelheid om de ingestelde afstand tot de
voorligger te behouden is hoger dan de normale snelheid.
De onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem zijn:
Airbag bestuurder
Airbag voorpassagier*
Zijairbags*
Gordijnairbags*
Blokkeerautomaten met gordelspanners*
Waarschuwingslampje airbag
Airbagmodule (SRSCM)/Koprolsensor*