WAARSCHUWING
Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel of de veiligheidsgordel.Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit.
Leg de veiligheidsgordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs.Gebruik geen kussens, boeken of handdoeken om het kind hoger te laten zitten.
Zorg ervoor dat uw kinderen rechtop zitten.U moet de hoofdsteun weer aanbrengen nadat het kinderzitje is verwijderd.
WAARSCHUWING
Zorg dat het kinderzitje stevig tegen de stoel in de auto staat. Zet indien nodig de rugleuning van de stoel omhoog. Het kan ook nodig zijn om de hoofdsteun omhoog te heffen of te verwijderen.N.B.: Als u een kinderzitje op de achterbank gebruikt, moet u de voorstoel afstellen zodat contact met de passagier achteraan, de voetjes of de beentjes van het kind wordt vermeden.
Zitverhoger (groep 2)Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kg maar met een lengte van minder dan 150 cm in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen.
Wij raden het gebruik van een kinderzitje aan, dat uit een zitverhoger met een rugleuning bestaat in plaats van alleen een zitverhoger. De hogere zitpositie zorgt ervoor dat de standaard veiligheidsgordel correct over het midden van de schouder van uw kind en de heupgordel over de heupen komt te liggen.
Zitverhoger (groep 3)WAARSCHUWING
Gebruikt u een zitverhoger, zorg dan dat u de hoofdsteun van de auto aanpast aan de zitpositie.