Instructieboekje, auto handleidingen

Apps

N.B.:  Ga voor meer informatie over de beschikbare apps naar de regionale website van Ford.

Wanneer u een app voor het eerst start via het systeem, wordt u mogelijk gevraagd om bepaalde toestemmingen te verlenen. U kunt de verleende toestemmingen op elk moment bekijken en wijzigen, mits uw auto niet in beweging is.

N.B.:  We raden aan dat u uw databundel controleert voordat u uw apps via het systeem gebruikt. Mogelijk leidt het gebruik ervan tot extra kosten.

N.B.:  We raden aan dat u de algemene voorwaarden en het privacybeleid van de aanbieder van een app doorneemt voordat u de app gaat gebruiken.

N.B.:  Zorg dat u een actief account hebt voor apps die u wilt gebruiken via het systeem.

N.B.:  Sommige apps werken zonder dat ze moeten worden ingesteld. Voor andere apps moet u enkele persoonlijke instellingen configureren voordat u ze kunt gebruiken.

Apps gebruiken op een apparaat met iOS

Missing Image  Selecteer de appsoptie in de functiebalk.

  1. Schakel Apple CarPlay uit.
  1. Sluit uw apparaat aan op een USB-poort.
  1. Open op uw apparaat de apps die u via SYNC wilt gebruiken.
N.B.:  Als u de apps op uw apparaat sluit, kunt u ze niet via het systeem gebruiken.
  1. Selecteer Find Mobile Apps.
N.B.:  Het systeem zoekt en maakt verbinding met compatibele apps die op uw apparaat zijn geopend.
  1. Selecteer op het aanraakscherm de app die u wilt gebruiken.
Apps gebruiken op een apparaat met Android

Missing Image  Selecteer de appsoptie in de functiebalk.

  1. Schakel Android Auto uit.
  1. Koppel uw apparaat.
  1. Open op uw apparaat de apps die u via SYNC wilt gebruiken.
N.B.:  Als u de apps op uw apparaat sluit, kunt u ze niet via het systeem gebruiken.
  1. Selecteer Find Mobile Apps.
N.B.:  Het systeem zoekt en maakt verbinding met compatibele apps die op uw apparaat zijn geopend.
  1. Selecteer op het aanraakscherm de app die u wilt gebruiken.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Informatie elektrisch voertuig

    Krachtoverbrenging   Informatie over het stroomverbruik van uw hybride auto is beschikbaar via het gedeelte Apps van het aanraakscherm.   Aanduiding  Item  Omschrijving  A  Vermogen Dit wijst erop welke modus actief is in het voertuigsysteem.  Menu-item  Actie en omschrijving  Status: hybride aandrijving De elektromotor en de benzinemotor drijven de auto aan.  Status: Hoogvoltage-accu wordt opgeladen Het hybride systeem slaat vermogen op in de hoogspanningsaccu.  Status: inactief De auto staat stil of deelt erg weinig vermogen tussen de onderdelen van het elektrische systeem.  Status: elektrische aandrijving De auto rijdt in elektrische modus (het vermogen komt van de elektromotor). In deze modus is de benzinemotor uitgeschakeld.  B  Stroom van motor naar wielen  Toont de richting van de stroom tussen de wielen en de elektromotor.  C  Elektr. motor Stelt de hybride elektromotor voor. Hoe hoger het motorvermogen, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn. Wanneer de auto klaar is voor vertrek, gaat het motorknooppunt branden.  D  Stroom accu naar motor  1  Geeft de richting van de stroom tussen de hoogspanningsaccu en de elektromotor weer. Een stroom naar de motor toe wijst erop dat de accu vermogen levert om de auto aan te drijven (de accu wordt ontladen). Een stroom naar de accu toe wijst erop dat de elektromotor stroom levert aan de accu (de accu wordt opgeladen).  E  Overig 2  Omvat alle stroomverbruik van de accessoires met laagspanning, zoals de ventilator voor klimaatregeling, koplampen en stoelverwarming. Hoe hoger het stroomverbruik van deze accessoires, des te groter de cirkel rond het knooppunt zal zijn. Dit knooppunt gaat branden telkens wanneer de auto is ingeschakeld aangezien er steeds een minimum aan energie wordt verbruikt.  F  Temperatuurregeling 2,3  Omvat het stroomverbruik van de hoogspanningscomponenten voor klimaatregeling, zoals de elektrische aircocompressor. Hoe hoger het stroomverbruik van deze componenten, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn.  G  Accu Stelt uw hoogspanningsaccu voor. Er brandt een cirkel rond het knooppunt wanneer de hoogspanningsaccu vermogen ontvangt van regeneratief remmen of opladen via de motor. Hoe hoger de stroom naar de hoogspanningsaccu, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn.  H  Brandst. Stelt de brandstoftank in de auto voor.  I  Stroom brandstof naar motor  Toont de stroom van de brandstoftank naar de motor wanneer de motor draait en brandstof verbruikt (soms draait de motor maar verbruikt deze geen brandstof). Wanneer de motor draait, maar geen brandstof verbruikt, is het motorknooppunt actief, maar is het brandstofpad uit. Een voorbeeld hiervan is wanneer u het gaspedaal niet intrapt en de auto tegen een hoge snelheid rijdt.  J  Motor aan wegens: Geeft u de reden(en) waarom de benzinemotor draait. Wanneer de benzinemotor is uitgeschakeld, verschijnt deze weergave niet. De redenen voor Motor draait omwille van worden weergegeven door het systeem in een tabel na deze lijst.  K  Stroom van motor naar motor  Toont de richting van de stroom tussen de motor en de elektromotor. De richting wijst erop dat de motor stroom levert aan het elektrisch hoogspanningssysteem of dat het elektrisch hoogspanningssysteem vermogen levert om de motor te regelen of te starten.  L  Motor Geeft de benzinemotor weer. Dit gaat alleen branden wanneer de benzinemotor is ingeschakeld. Hoe hoger het motorvermogen, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn.  M  Stroom van motor naar wielen  Toont de richting van de stroom tussen de motor en de wielen.  N  Aandrijv. Geeft het vermogen naar de wielen weer. Hoe hoger het wielvermogen, des te groter de cirkel rond dit knooppunt zal zijn. Wanneer de motor is uitgeschakeld, wordt het aandrijfvermogen in het blauw weergegeven. Wanneer de motor is ingeschakeld, wordt het aandrijfvermogen in het grijs weergegeven. 

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Instellingen

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Zekering motorruimte vervangen

    Zet het contact en alle andere schakelaars uit. Verwijder het deksel van de zekeringkast door de lippen in te drukken en het deksel omhoog te trekken Wanneer de platte zekering is afgeschakeld, verwijdert u deze met de speciale clip voor het vervangen van zekeringen die zich in de zekeringkast van de motorruimte bevindt. Na het verwijderen van de zekering plaatst u een reservezekering met dezelfde stroomsterkte. Controleer de verwijderde zekering; vervangen indien deze is doorgebrand Gebruik de zekeringtrekker in de zekeringkast in de motorruimte om de zekering te verwijderen of te plaatsen. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit Raadpleeg als de zekering niet goed vastzit een professionele werkplaats Kia raadt aan om een officiele Kia dealer/servicepartner te raadplegen.