Instructieboekje, auto handleidingen

Automatische bediening

  • Start de auto en selecteer de stand A om de parkeerrem op automatische bediening te zetten.

Op het display van het instrumentenpaneel verschijnen de aanduiding AUTO en de ingeschakelde versnelling.

De versnellingsbak werkt dan automatisch, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de volgende parameters:

  • de rijstijl,
  • het profiel van de weg.
Trap om krachtig te accelereren (bijvoorbeeld voor een inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met kracht in, tot voorbij het zware punt.

Handmatig schakelen

Handmatig schakelen

Bij de automatische bediening blijft het altijd mogelijk om zelf te schakelen met behulp van de flippers achter het stuurwiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen.

  • Bedien de flippers "+" of "-" achter het stuur.

De versnellingsbak wordt dan in de desbetreffende versnelling geschakeld, mits de snelheid van de auto en het motortoerental dit toestaan. De aanduiding AUTO blijft op het display staan.

Als de stuurbediening enige tijd niet meer gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer over op de automatische stand.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Starten van de auto

    Zet om de auto te starten de selectiehendel in de stand N. Houd het rempedaal ingetrapt. Start de motor. Als de motor niet aanslaat: Als de N knippert op het instrumentenpaneel, zet dan de selectiehendel in de stand A en vervolgens in de stand N. Als de melding "Trap het rempedaal in" verschijnt, trap het rempedaal dan steviger in. Selecteer een modus (stand M of A) of de achteruitversnelling (stand R). Zet de parkeerrem vrij als deze niet automatisch wordt bediend. Neem uw voet van het rempedaal en geef gas.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Handmatig schakelen

    Zet na het starten de selectiehendel in de stand M om de handbediende stand in te schakelen. Bedien de flippers + of -.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Banden met een controlesysteem lage bandenspanning vervangen

    N.B.:  Elke band is uitgerust met een bandenspanningssensor, die zich in de holte van het wiel met de band bevindt. De druksensor is bevestigd aan de klepsteel. De druksensor wordt bedekt door de band en is pas zichtbaar wanneer de band is verwijderd. Wees voorzichtig dat u de sensor niet beschadigt wanneer u een band vervangt. U moet de banden steeds laten onderhouden en repareren door een erkende dealer.