WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. U moet het systeem wellicht negeren als het systeem het grootlicht niet in- of uitschakelt.
Het systeem schakelt grootlicht in indien het voldoende donker is en er geen ander verkeer is. Indien het system de koplampen of achterlichten van een naderend voertuig waarneemt, of de straatverlichting vóór de auto, schakelt het systeem het grootlicht uit voordat het andere weggebruikers kan verblinden. Het dimlicht blijft ingeschakeld.N.B.: Het systeem zal wellicht niet goed werken als de sensor is geblokkeerd. Houd de voorruit vrij en zorg dat de voorruit niet is beschadigd.
N.B.: Het systeem werkt mogelijk niet naar behoren tijdens koud of erg slecht weer. U kunt het grootlicht inschakelen door het systeem te omzeilen.N.B.: Als het systeem een blokkade detecteert, bijvoorbeeld uitwerpselen van vogels, insecten, sneeuw of ijs, schakelt het systeem over op dimlicht totdat u de blokkade verwijdert. Als de camera is geblokkeerd, kan er een bericht op het informatiescherm verschijnen.
N.B.: Als veel grotere banden worden gebruikt of het voertuig wordt uitgerust met accessoires zoals sneeuwploegen, kan de hoogte van uw voertuig worden beïnvloed, wat de prestaties van de automatische grootlichtregeling kan verminderen.Een camerasensor, die centraal is gemonteerd achter de voorruit van uw voertuig, bewaakt voortdurend de omstandigheden om het grootlicht in of uit te schakelen.
Zodra het systeem actief is, wordt het grootlicht ingeschakeld indien:Schakel het systeem in met behulp van de informatiedisplay.
Zet de lichtschakelaar in de stand automatisch inschakelende koplampen.
Het systeem onderbrekenWanneer u grootlicht inschakelt, kunt u tijdelijk omschakelen naar dimlicht door aan de hendel te trekken of te duwen.
Automatische controlelamp grootlichtHet controlelampje gaat branden om te bevestigen wanneer het systeem klaar is voor assistentie.
Voorste mistlampen
Druk hierop om de mistlampen in of uit te schakelen.
U kunt de mistlampen inschakelen wanneer de lichtschakelaar in elke stand behalve automatisch grootlicht of uit staat.