Instructieboekje, auto handleidingen

Automatische modus

Het systeem schakelt de verwarmingsmodus automatisch in, en niet op verzoek van de gebruiker. Enkele seconden nadat u de motor hebt gestart, gaat de verwarming automatisch aan als de motor draait en aan andere voorwaarden is voldaan. De verwarming kan gedurende de hele rijcyclus aan- en uitgaan op basis van de temperatuur van de koelvloeistof. Voordat u een benzinemotor start, moet u mogelijk eerst de klimaatregeling instellen op een verwarmingsmodus.

Nadat de motor is gestart, zijn er maar twee manieren waarop de gebruiker deze specifieke verwarmingsmodus kan uitschakelen: de gebruiker kan de motor uitschakelen of op de uit-knop van de zender drukken.

Modus Eenmalig

 Hiermee kunt u één verwarmingscyclus uitvoeren voor een specifieke dag.Als de omstandigheden dat toelaten, gaat de verwarming op de ingestelde dag 30 minuten voor de ingestelde tijd aan om het interieur te verwarmen.

Modi Tijd 1 en Tijd 2

Er zijn twee programmeerbare timers beschikbaar. Met elke timermodus kunt u verschillende verwarmingscycli instellen voor elke dag van de week. Deze tijden blijven opgeslagen en het systeem zal uw auto opwarmen volgens de geselecteerde timermodus.

Modus Doorlopend verwarmen

Als u dit selectievakje in het menu van het instrumentenpaneel aanvinkt, gaat de verwarming aan of blijft de verwarming aan zodra u het contact uitzet, mits de omstandigheden dat toelaten. In deze modus blijft de verwarming maximaal 30 minuten aan, ook al wordt het contact na het inschakelen van deze modus een of meerdere keren uit- en weer aangezet.

U kunt de verwarming onmiddellijk aanzetten door het selectievakje Doorlopend verwarmen in te schakelen en de motor uit en weer aan te zetten.

N.B.:  U kunt deze modus gebruiken om te zorgen dat het warm blijft in de auto wanneer u het contact uitzet.Nadat de verwarming deze modus heeft doorlopen, wordt het selectievakje in het menu van het instrumentenpaneel weer uitgeschakeld.

Zendermodus

N.B.:  Bescherm de zender tegen vocht en water, hevige schokken of stoten en direct zonlicht voor een optimale levensduur.

Met de zender van de standkachel kan de gebruiker de verwarming op afstand aanzetten en maximaal 30 minuten laten branden of alle verwarmingsmodi stoppen, of het contact nu aan of uit is en of de motor nu draait of niet.

U kunt de verwarming als volgt aanzetten met de zender: houd de knop Aan of Verwarming ingedrukt tot er op de zender een groen lampje gaat branden. Als het contact uit is gedurende maximaal 10 seconden tijdens een evaluatieperiode voorafgaand aan het starten, worden op het informatiedisplay aanduidingen weergegeven dat de standkachel aan is. Als de omstandigheden het echter niet toelaten dat de verwarming aangaat, verdwijnen deze aanduidingen. Als u het contact uitzet voordat er 30 minuten zijn verstreken, wordt de automatische modus van de verwarming gestopt, maar blijft de verwarming branden gedurende de resterende tijd van de zendermodus van de afstandsbediening.

U kunt alle modi van de verwarming als volgt stoppen met de zender: houd de Uit-knop op de zender enkele seconden ingedrukt tot er op de zender een rood lampje gaat branden. Dit geldt alleen voor de verwarmingsmodus die op dit moment wordt uitgevoerd. Toekomstige timerinstellingen of toekomstige instellingen voor doorlopend verwarmen worden niet uitgeschakeld.

N.B.:  Het lampje op de zender geeft niet de actuele status van de verwarming aan.Het lampje garandeert niet dat de verwarming het signaal om te starten of te stoppen ook daadwerkelijk heeft ontvangen.

Nadat u de knop Aan of Verwarming enkele seconden ingedrukt hebt gehouden, kan het lampje het volgende aangeven:
  • Continu groen: de zender heeft een radiosignaal verzonden.
  • Knipperend groen: de zender heeft een radiosignaal verzonden, maar dat signaal is niet ontvangen door de verwarming.
  • Continu oranje (2 seconden) en dan continu groen (2 seconden): de zender heeft het radiosignaal verzonden, maar de batterij is bijna leeg.
  • Continu oranje (2 seconden) en dan knipperend groen (2 seconden): de zender heeft geen radiosignaal verzonden omdat de batterij bijna leeg is.
  • Knipperend oranje: de batterij van de zender is bijna leeg.
Nadat u de knop Uit enkele seconden ingedrukt hebt gehouden, kan het lampje het volgende aangeven:
  • Continu rood: de zender heeft een signaal voor uitschakeling met succes verzonden.
  • Knipperend rood: de zender heeft een radiosignaal verzonden, maar dat signaal is niet ontvangen door de verwarming.
  • Continu oranje (2 seconden) en dan continu rood (2 seconden): de zender heeft het radiosignaal verzonden, maar de batterij is bijna leeg.
  • Continu oranje (2 seconden) en dan knipperend rood (2 seconden): de zender heeft geen radiosignaal verzonden omdat de batterij bijna leeg is.
  • Knipperend oranje: de batterij van de zender is bijna leeg.
N.B.:  Het maximumbereik van het signaal van de zender is ongeveer 300 meter. Elektronische apparaten die op dezelfde frequentie werken, kunnen het bereik beïnvloeden.

N.B.:  Er kunnen maximaal drie zenders aan uw voertuig worden gekoppeld.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Standkachel programmeren

    Werkprincipes Elke modus werkt onafhankelijk van de andere modi en heeft zijn eigen duur. De verwarming kan in elk van deze modi aangaan of blijven branden en de modi kunnen elkaar overlappen. Gebruik de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Algemene vereisten

    Omgevingstemperatuur: de verwarming gaat in de automatische modus alleen aan bij een omgevingstemperatuur lager dan 5ºC. Voor andere verwarmingsmodi kan de verwarming alleen worden aangezet bij een omgevingstemperatuur lager dan 10ºC voor benzineauto's en lager dan 15ºC voor dieselauto's. N.B.:  Als u een benzineauto hebt en u de verwarming een groot aantal dagen niet hebt gebruikt, zijn er mogelijk meerdere pogingen nodig om de verwarming aan te zetten. Dit heeft te maken met de verdamping van de brandstof.

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Programmeren

    Druk op 1: de snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause). Er kan een snelheid worden ingesteld zonder de begrenzer in te schakelen. Stel de snelheid in door op de toets 2 of 3 te drukken (bijv.: 90 km/h).