Instructieboekje, auto handleidingen

Bediening op het stuurwiel

Bediening op het stuurwiel

  1. Knop voor het selecteren van de snelheidsregelaar.
  2. Toets voor het opslaan van de actuele snelheid als de ingestelde snelheid of voor het verlagen van de ingestelde snelheid.
  3. Toets voor het opslaan van de actuele snelheid als de ingestelde snelheid of voor het verhogen van de ingestelde snelheid.
  4. Toets voor het onderbreken / hervatten van de snelheidsregeling.
  5. Toets voor het beheer van de geprogrammeerde snelheden.
De snelheidsregelaar is een rijhulpsysteem; de bestuurder moet te allen tijde de snelheidslimieten in acht nemen en zijn aandacht op het verkeer blijven vestigen.

 

Houd om veiligheidsredenen uw voeten altijd in de buurt van de pedalen.

Weergave op het instrumentenpaneel

Weergave op het instrumentenpaneel

  1. Snelheidsregeling onderbroken / hervat.
  2. Snelheidsregelaar geselecteerd.
  3. Ingestelde snelheid.
  4. Selectie van een geprogrammeerde snelheid.

Weergave op het instrumentenpaneel

Deze informatie wordt tevens weergegeven op het head-up display.

Zie voor meer informatie de rubriek "Head-up display".

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Snelheidsregelaar

    Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een ingestelde constante snelheid rijden zonder gas te hoeven geven. De snelheidsregelaar moet handmatig worden ingeschakeld.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Inschakelen

    Draai de knop 1 in de stand "CRUISE": de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause). Druk, wanneer de gewenste snelheid is bereikt, op de toets 2 of 3 om de snelheidsregelaar te activeren en een ingestelde snelheid op te slaan. De actuele wagensnelheid wordt de ingestelde snelheid.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Openen van de achterklep

    Controleer of de selectiehendel in P staat (Parkeren, bij automatische of Double Clutch transmissie) of in de eerste versnelling of achteruit staat (bij handgeschakelde transmissie) en activeer de parkeerrem. Zet dan één van de volgende stappen: Druk de ontgrendeltoets voor de achterklep op de afstandsbediening of de Smart Key langer dan 1 seconde in. Druk de schakelaar op de achterklep in terwijl u de Smart Key bij u draagt. Gebruik de mechanische sleutel Druk op de ontgrendelschakelaar in de auto om de achterklep van binnenuit te openen.