Bedieningsscherm airconditioning (indien aanwezig)

Met Lexus display-audiosysteem

(Met DUAL-modus)

(Zonder DUAL-modus)

1. Wijzigen van de ingestelde temperatuur links
2. Wijzigen van de instelling van de aanjagersnelheid
3. Hiermee kunt u de automatische modus in-/uitschakelen
4. Hiermee kunt u de instelling van de aanjagersnelheid wijzigen tijdens bediening in de automatische modus.
5. Hiermee kunt u de koel- en ontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
6. Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de voorpassagier (DUAL-modus)
7. Weergeven van het bedieningsscherm voor de opties
8. Selecteren van de luchtcirculatiemodus
9. Wijzigen van de ingestelde temperatuur rechts
10. Wijzigen van de ingestelde temperatuur

Met een 10,3 inch display

(Met DUAL-modus)

(Zonder DUAL-modus)

1. Wijzigen van de ingestelde temperatuur links
2. Wijzigen van de instelling van de aanjagersnelheid
3. Selecteren van de luchtcirculatiemodus
4. Wijzigen van de ingestelde temperatuur rechts
5. Weergeven van het bedieningsscherm voor de opties
6. Hiermee kunt u de automatische modus in-/uitschakelen
7. Hiermee kunt u de koel- en ontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
8. Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de voorpassagier (DUAL-modus)
9. Hiermee kunt u de instelling van de aanjagersnelheid wijzigen tijdens bediening in de automatische modus.
10. Wijzigen van de ingestelde temperatuur

■ Bedieningsscherm voor opties Selecteer op het aircobedieningsscherm om het bedieningsscherm voor opties weer te geven. De functies kunnen in en uit worden geschakeld.

Met Lexus display-audiosysteem

Met een 10,3 inch display

1. Verwijderen van pollen uit de lucht (pollenverwijderingsmodus)

■ Bedieningsscherm nevenscherm (auto's met een 10,3 inch display)

Met DUAL-modus

Zonder DUAL-modus

1. Selecteren van de luchtcirculatiemodus
2. Wijzigen van de ingestelde temperatuur links
3. Wijzigen van de instelling van de aanjagersnelheid
4. Wijzigen van de ingestelde temperatuur rechts
5. Hiermee kunt u de automatische modus in-/uitschakelen
6. Hiermee kunt u de koel- en ontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
7. Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de voorpassagier (DUAL-modus)
8. Wijzigen van de ingestelde temperatuur

LESEN SIE MEHR: