Instructieboekje, auto handleidingen

Gebruik van de automatische modus

1. Druk op Gebruik van de airconditioning of selecteer AUTO op het bedieningsscherm voor de airconditioning.

2. Wijzig de ingestelde temperatuur.

3. Druk op Gebruik van de airconditioning om de procedure te beëindigen.

■ Controlelampje automatische modus Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi worden bediend, dooft het controlelampje van de automatische modus. De automatische modus blijft echter ingeschakeld voor de andere functies dan die worden bediend.

■ Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de voorpassagier (DUAL-modus) (indien aanwezig)

Voer een van de volgende procedures uit om de DUAL-modus in te schakelen:

  • Druk op Gebruik van de airconditioning of selecteer DUAL op het aircobedieningsscherm.

  • Selecteer DUAL op het bedieningsscherm van het nevenscherm. (Auto's met een 10,3 inch display)

  • Wijzig de ingestelde temperatuur aan passagierszijde.

    Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat het controlelampje branden.

    Wanneer de DUAL-modus is ingeschakeld, wordt de temperatuur uit de uitstroomopeningen achter ingesteld via de ingestelde temperatuur rechts.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Bedieningsscherm airconditioning (indien aanwezig)

    Met Lexus display-audiosysteem (Met DUAL-modus)

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Overige functies

    ■ Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus Druk op om naar de recirculatiemodus te schakelen.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Controlelampjes

    Wanneer het contact AAN wordt gezet, gaat het rode controlelampje gedurende 10 seconden branden en gaat vervolgens het groene controlelampje gedurende 2 seconden branden om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. De controlelampjes geven het volgende aan: Als het groene controlelampje gaat branden en blijft branden, is het systeem ingeschakeld. Als het groene controlelampje knippert, wordt er een noodoproep gedaan (hetzij automatisch hetzij handmatig). Als er geen controlelampjes branden, is het systeem niet ingeschakeld. Als het rode controlelampje brandt op een ander moment dan direct na het AAN zetten van het contact, is er mogelijk een storing in het systeem aanwezig of is de back-upbatterij mogelijk leeg. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.