Camerarichtlijnen
N.B.:
Actieve
richtlijnen zijn alleen beschikbaar als de transmissie in de
achteruit (R) staat.
- Actieve
richtlijnen
- Middellijn
- Vaste
richtlijn: groene zone
- Vaste
richtlijn: gele zone
- Vaste
richtlijn: rode zone
- Achterbumper
|
Actieve richtlijnen worden alleen getoond met vaste richtlijnen. Om
actieve richtlijnen te gebruiken, draait u het stuurwiel om de
richtlijnen op een beoogd pad te richten.Als u de positie van het
stuurwiel wijzigt terwijl u achteruitrijdt, kan uw auto mogelijk
afwijken van het gewenste pad.
De vaste en actieve richtlijnen worden zichtbaar of vervagen
afhankelijk van de positie van het stuurwiel.De actieve richtlijnen
worden niet getoond als het stuurwiel recht gehouden wordt.
Wees altijd voorzichtig wanneer u achteruitrijdt. Voorwerpen in de
rode zone zijn het dichtst in de buurt van uw auto en voorwerpen in
de groene zone bevinden zich verder weg. Voorwerpen komen dichter in
de buurt van uw auto wanneer ze uit de groene zone komen en in de
gele of rode zones terechtkomen. Gebruik de zijspiegels en de
achteruitkijkspiegel voor beter zicht aan beide kanten en achter de
auto.
Indicatie van afstand tot obstakel
Het systeem biedt een beeld van uw auto en de sensorzones. De zones
worden in het groen, geel en rood gemarkeerd wanneer de
parkeerhulpsensoren een object waarnemen in het detectiegebied.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Het achteruitrijcamerasysteem is een aanvullend hulpmiddel bij
het achteruitrijden, dat de bestuurder steeds samen met de binnen-
en buitenspiegels moet gebruiken voor een maximaal zicht.
WAARSCHUWING
Wanneer handmatig zoomen is ingeschakeld, wordt mogelijk slechts
een gedeelte van het gebied achter uw auto getoond. Let goed op uw
omgeving wanneer u de functie voor handmatig zoomen gebruikt.
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële Kia dealer of een
erkend bergingsbedrijf Als dit niet mogelijk is, mag de auto tijdelijk
worden gesleept met een sleepkabel of ketting die aan het sleepoog aan de
voor of achterzijde van de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij het
slepen van de auto. Zorg dat een ervaren bestuurder in de te slepen auto zit
om te sturen en de remmen te bedienen Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand en met lage snelheid. Bovendien
moeten de wielen, aandrijfassen, transmissie, stuurinrichting en remmen in
orde zijn.
Gebruik de sleepogen niet om een andere auto weg te slepen die
vastzit in de modder of iets dergelijks waar hij niet op eigen kracht
uit kan komen.
Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt
gesleept.
De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te
communiceren.