WAARSCHUWING
U dient het contact in te schakelen wanneer uw auto wordt gesleept. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait. Trap het rempedaal harder in en houd rekening met langere remafstanden en een zwaarder draaiend stuurwiel.Als uw auto een stuurslot heeft, moet u zorgen dat het contact in de stand accessoire of aan staat wanneer de auto wordt gesleept.
Te veel spanning op een sleepkabel kan uw auto of de takelwagen beschadigen.Tijdens het slepen van uw auto moet u de neutraalstand kiezen. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan dit schade aan de transmissie veroorzaken en leiden tot een botsing of verwondingen.
Rijd langzaam en soepel weg zonder de getrokken auto te laten schokken.U mag alleen het sleepoog gebruiken dat bij uw auto werd geleverd.
Sleepkabels of sleepbalken moeten aan dezelfde kant worden geplaatst. Bijvoorbeeld sleeppunt rechtsachter verbonden met sleeppunt rechtsvoor.U moet een sleepkabel of een sleepbalk gebruiken die sterk genoeg is voor het gewicht van de takelwagen en de auto die wordt gesleept.
Het gewicht de auto die wordt gesleept mag niet hoger zijn dan het gewicht van de takelwagen.Overschrijd 50 km/h niet.