De auto op vier wielen slepen - Automatische
transmissie
WAARSCHUWING
U moet het contact aanzetten als uw auto wordt gesleept. Als u deze
waarschuwing negeert, kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Zorg dat de keuzehendel van de transmissie in de stand N staat. Als u
deze waarschuwing negeert, kan transmissieschade ontstaan met een
botsing of letsel als gevolg.De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait.
Trap het rempedaal harder in en houd rekening met de langere remweg en
het zwaarder sturen. Als u niet voorzichtig bent, kan dit leiden tot een
botsing of letsel.
Als uw auto een stuurslot heeft, moet u zorgen dat het contact in de
stand accessoire of aan staat voordat u de auto sleept.Te veel spanning op een sleepkabel kan uw auto of de trekkende auto
beschadigen.
Sleep uw auto niet als de omgevingstemperatuur lager is dan ºC. Sleep uw auto niet achterwaarts.
Slepen in geval van nood
Als uw auto in panne staat en er geen toegang is tot verrijdbare
onderstellen, een takelwagen of een transportvoertuig met laadbed, mag de
auto worden gesleept met alle wielen op de grond. Dat mag u in de volgende
omstandigheden doen:
- Uw auto is vooruit gericht, zodat deze vooruit wordt gesleept.
- De keuzehendel van de transmissie staat in de stand N. Als de
keuzehendel van de transmissie niet in de stand N kan worden
geschakeld, moet deze wellicht worden uitgeschakeld.
- Maximale snelheid is 50 km/h.
- Maximale afstand is 80 km.
N.B.: Als u harder dan
50 km/h wilt rijden en verder dan 80 km wilt slepen, moeten de aandreven
wielen omhoog worden gezet.N.B.:
Wij raden aan dat u
de auto niet met de aangedreven wielen op de grond sleept. Is het echter
nodig om de auto van een gevaarlijke plek te verwijderen, sleep uw auto
dan niet met snelheden boven 50 km/h of verder dan 80 km.
WAARSCHUWINGGebruik bij een mechanische transmissieschade geen dolly onder één
van de assen. De auto moet met alle wielen omhoog op een vlakke
ondergrond worden gezet.
Trek rustig en soepel zonder rukken op.
U mag alleen het sleepoog gebruiken dat bij uw auto werd geleverd.
Sleepkabels of sleepbalken moeten aan dezelfde kant worden geplaatst.
Bijvoorbeeld sleeppunt rechtsachter verbonden met sleeppunt rechtsvoor.
U moet een sleepkabel of een sleepbalk gebruiken die sterk genoeg is
voor het gewicht van de takelwagen en de auto die wordt gesleept.
N.B.: Een sleepstang is de
veiligste manier om een auto te slepen.Het gewicht de auto die wordt gesleept mag niet hoger zijn dan het
gewicht van de takelwagen.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWINGEr klinkt een waarschuwingssignaal wanneer de trekhaak niet helemaal is
opgeborgen of niet in de juiste positie staat voor trekken. Als het
waarschuwingssignaal niet klinkt wanneer de trekhaak beweegt of wanneer het
systeem wordt ingeschakeld, mag u de trekhaak niet gebruiken. Neem contact
op met een erkende dealer.
Raak de trekhaak niet aan wanneer deze in beweging is.
WAARSCHUWINGU dient het contact in te schakelen wanneer uw auto wordt gesleept.
Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan dit ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait. Trap
het rempedaal harder in en houd rekening met langere remafstanden en een
zwaarder draaiend stuurwiel.
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming moeten de veiligheidsgordels tijdens het rijden altijd worden gedragen.
De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als de rugleuningen rechtop staan.
Kinderen tot en met 12 jaar moeten altijd plaatsnemen op de achterstoel en de gordel op de juiste manier dragen. Laat kinderen nooit op de voorpassagiersstoel meerijden. Als een kind van 12 jaar of ouder op de voorpassagiersstoel vervoerd moet worden, moet hij of zij de veiligheidsgordel op de juiste manier dragen en moet de stoel zo ver mogelijk naar achteren worden gezet.
Draag nooit de schoudergordel onder de arm door of achter uw rug. Het niet op de juiste manier gebruiken van de schoudergordel kan bij een aanrijding resulteren in ernstig letsel. De schoudergordel moet over het midden van uw schouder worden gedragen, over uw sleutelbeen.
Zet breekbare voorwerpen nooit vast met een veiligheidsgordel. Bij krachtig remmen of een aanrijding kunnen ze beschadigd raken door de veiligheidsgordel.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet gedraaid zitten. Als de gordel gedraaid zit, is hij minder effectief. Bij een aanrijding kan een gedraaide veiligheidsgordel zelfs snijwonden veroorzaken. Zorg er daarom voor dat de gordel niet gedraaid zit.
Let erop dat het materiaal van de gordel niet beschadigd raakt. Laat een beschadigde veiligheidsgordel vervangen.