De sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd.
- Elektronische sleutels
- Bedienen van het Smart entry-systeem
met startknop
- Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
- Mechanische sleutels
- Plaatje met sleutelnummer
- Sleutelkaart (elektronische sleutel)
(indien aanwezig)
Bedienen van het Smart entry-systeem
met startknop
Afstandsbediening
- Vergrendelen van de portieren
- Sluiten van de ruiten en het schuifdak*
- Ontgrendelen van de portieren
- Openen van de ruiten en het schuifdak*
- Openen van de achterklep
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
LESEN SIE MEHR:
Druk op het ontgrendelknopje om de
mechanische sleutel uit de elektronische
sleutel te halen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Er kan een snelheid worden ingesteld zonder
de begrenzer in te schakelen.
Wijzigen van de snelheidslimiet met behulp
van de geprogrammeerde snelheden via uw
Autoradio:
activeer eerst de functie (zie de rubriek
"Opslaan van snelheden"),
houd de toets 2 of 3 ingedrukt, het systeem
geeft de geprogrammeerde snelheid
weer die het dichtste bij de actuele
wagensnelheid ligt; deze snelheid wordt de
nieuwe snelheidslimiet,
druk nogmaals op de toets 2 of 3 om een
andere snelheid te selecteren.