Onderwerpen die worden weergegeven
■ Kilometerteller Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is.
■ Dagteller A/dagteller B Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laatste keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de gewenste dagteller weer en houd vervolgens de toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller ingedrukt.
■ Afstand tot de motorolie moet worden ververst Geeft de afstand weer die nog met de auto kan worden gereden tot de motorolie moet worden ververst.
Pop-updisplay
In bepaalde situaties wordt tijdelijk de volgende informatie weergegeven:
■ Afstand tot de motorolie moet worden ververst Hiermee wordt de afstand tot de motorolie moet worden ververst weergegeven.
Deze informatie wordt weergegeven in de volgende situaties:
Wanneer het contact AAN wordt gezet.
Als een waarschuwingsmelding verschijnt dat de olie binnenkort moet worden ververst.
Snelheidswaarschuwing
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de snelheid waarbij de snelheidswaarschuwing wordt geactiveerd weergegeven. Als de auto deze snelheid overschrijdt, gaat de weergegeven snelheid knipperen en klinkt een zoemer.
(Nadat deze toets gedurende enige tijd niet is bediend, wordt de snelheidswaarschuwing weer weergegeven.)
■ Achtergrondkleur van de displayzone van de controlelampjes/schakelstand (behalve F Sport-uitvoeringen) De achtergrondkleur van de displayzone van de controlelampjes/schakelstand wijzigt als volgt, afhankelijk van de rijmodus:
■Weergave G-krachten (indien aanwezig) De waarde van de G-krachten is mogelijk geen nul, ook al staat de auto geparkeerd, bijvoorbeeld op een helling.
■ Onderbreking van de weergave van de instellingen
■ LCD-scherm Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder problemen blijven gebruiken.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
WAARSCHUWING ■Waarschuwingen voor het gebruik tijdens het rijden
■ Informatiedisplay bij lage temperaturen Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informatiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het informatiedisplay trager reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige vertraging weergegeven. Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door de bestuurder en de weergave van de ingeschakelde versnelling op het display. Deze vertraging kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te schakelen, waardoor er snel en te sterk op de motor wordt afgeremd en er een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. ■Waarschuwing bij het instellen van het display Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende ventilatie, aangezien het hybridesysteem tijdens het instellen van het display moet draaien. In een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. |
OPMERKING ■ Tijdens het instellen van het display Zorg ervoor dat het hybridesysteem draait tijdens het instellen van het display om te voorkomen dat de 12V-accu leeg raakt. |