Draadloos smartphone opladen

Voor in het middenconsole bevindt zich een draadloos oplaadsysteem voor telefoons Sluit alle portieren goed en zet het contact op ACC of IGN ON. Om met draadloos opladen te beginnen, moet u een voor draadloos opladen geschikte telefoon op de draadloze oplaadpad leggen Leg de telefoon op het midden van de draadloze oplaadpad voor de beste resultaten Het draadloze oplaadsysteem is bedoeld voor één met èI uitgeruste telefoon tegelijkertijd. Kijk op de verpakking van de telefoon of de website van de fabrikant van de telefoon of uw telefoon over èI beschikt.

Draadloos smartphone opladen

1. Verwijder alle voorwerpen van de oplaadpad voor de smartphone, ook de Smart Key. Als er een ander voorwerp dan de smartphone op de oplaadpad ligt, dan kan de functie draadloos opladen niet goed werken.
2. Leg de smartphone op het midden van de draadloze oplaadpad.
3. Het controlelampje gaat oranje branden zodra het draadloos opladen begint. Zodra het opladen is voltooid, verandert het lampje van oranje naar groen.
4. U kunt ervoor kiezen de draadloze oplaadfunctie ON of OFF te zetten door op het instrumentenpaneel USM te selecteren. (Zie "Instrumentenpaneel " voor meer informatie).

Als het draadloos opladen niet werkt, beweeg de smartphone dan voorzichtig over de pad totdat het controlelampje opladen geel gaat branden. Het kan zijn dat het controlelampje opladen niet groen wordt, ook al is het toestel opgeladen Dit is afhankelijk van het merk smartphone Als het draadloos opladen niet goed werkt, gaat het oranje lampje gedurende tien seconden knipperen en gaat volgens uit. Als dit zich voordoet, haal de smartphone dan van de pad en leg hem er vervolgens weer op, of controleer of het toestel al is opgeladen.Als dit zich voordoet, haal de smartphone dan van de pad en leg hem er vervolgens weer op, of controleer of het toestel al is opgeladen Als u de smartphone op de oplaadpad laat liggen als het contact in de stand OFF staat, dan zal het voertuig u hierop attenderen met WAARSCHUWING sberichten en signalen (van toepassing op voertuigen met stembegeleiding) nadat de functie "tot ziens" op het instrumentenpaneel is afgelopen.

LET OP

• Maak de afdekkap van het vak altijd goed dicht als u de functie draadloos opladen gebruikt. Anders zouden eventuele vloeistoffen uit de bekerhouder op de oplaadpad terecht kunnen komen bij plotseling remmen.
• Sluit de afdekkap altijd wanneer er een smartphone wordt geplaatst. Als het voertuig in beweging is en de afdekkap is niet gesloten, is een bestuurder eerder geneigd om de smartphone te gebruiken. Het gebruiken van een smartphone tijdens het rijden kan leiden tot verwondingen en ongelukken.
• Als het niet mogelijk is om de afdekkap te sluiten omdat de smartphone te groot is, gebruik dan de draadloze oplaadfunctie niet.
• Als de afdekkap defect is, gebruik dan de draadloze oplaadfunctie niet totdat de kap is gerepareerd.
• Als de binnentemperatuur van het draadloze oplaadsysteem boven een bepaalde waarde komt, dan stopt het draadloos opladen. Als de binnentemperatuur weer onder de drempel komt, wordt het draadloos opladen weer hervat.
• Er zich metalen voorwerpen, zoals muntstukken, tussen het draadloos oplaadsysteem en de smartphone bevinden, kan het opladen worden verstoord. Ook kan het metaal warm worden.
• Haal de smartphone onmiddellijk weg als zich een metalen voorwerp tussen de smartphone en de draadloze oplaadpad bevindt. Verwijder het metalen voorwerp zodra het is afgekoeld.
• Als de smartphone in een stevig hoesje zit, kan de draadloze oplaadfunctie worden verstoord.
• Het draadloos opladen stopt als de zoekfunctie van de draadloze Smart Key wordt gebruikt om storing van de radiogolven te voorkomen.
• Het draadloos opladen stopt als de Smart Key uit het voertuig wordt genomen met het contact in de stand ON.
• Het draadloos opladen stopt als een van de portieren wordt geopend (van toepassing op voertuigen uitgerust met een Smart Key).
• Het draadloos opladen stopt als het voertuig in stand OFF wordt gezet.
• Het draadloos opladen stopt als de smartphone niet volledig contact maakt met de draadloze oplaadpad.
• Voorwerpen met magnetische onderdelen, zoals een creditcard, telefoonkaarten, betaalpassen of openbaarvervoerskaarten kunnen beschadigd raken tijdens het draadloos opladen.
• Leg voor het beste resultaat de smartphone op het midden van de draadloze oplaadpad. Als de smartphone in de buurt van de rand van de oplaadpad ligt, kan het zijn dat hij niet oplaadt. Als de smartphone wordt opgeladen, kan hij erg warm worden.
• Bij smartphones met een ingebouwd draadloos oplaadsysteem moeten de juiste accessoires worden gebruikt.
• Smartphones van bepaalde fabrikanten kunnen een bericht tonen over zwakke stroom. Dit heeft te maken met bepaalde kenmerken van die specifieke smartphone en duidt niet op een storing in het draadloos oplaadsysteem.
• Op de smartphone van sommige fabrikanten kan het controlelampje nog steeds geel branden nadat de smartphone volledig is opgeladen. Dit heeft te maken met bepaalde kenmerken van die specifieke smartphone en niet met een storing in het draadloos oplaadsysteem.
• Als een smartphone zonder draadloze oplaadfunctie of een metalen voorwerp op de oplaadpad wordt geplaatst, kan er een WAARSCHUWING ssignaaltje klinken. Dit geluidje wordt veroorzaakt omdat het voertuig zoekt naar comptabiliteit met het voorwerp dat op de oplaadpad is geplaatst. Het is niet van invloed op uw voertuig of uw smartphone.

LESEN SIE MEHR: