Instructieboekje, auto handleidingen

EV-modus

In de EV-modus wordt er elektrisch vermogen geleverd door het batterijpakket (tractiebatterij) en wordt alleen de elektromotor (tractiemotor) gebruikt voor de aandrijving van de auto.

Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege morgen door woonwijken rijden of het rijden in een parkeergarage, enz. zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over geluidsoverlast of uitlaatgassen.

Schakelt EV-modus in/uit

Wanneer de EV-modus wordt ingeschakeld, wordt "EV MODE" (EVmodus) op het multi-informatiedisplay weergegeven. Door in de EV-modus de schakelaar in te drukken, wordt teruggekeerd naar normaal rijden (aandrijving door de benzinemotor en de elektromotor [tractiemotor]).

Type A: behalve F SPORT-uitvoeringen
Type b: F SPORT-uitvoeringen

Rijprocedures

■ Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en verschijnt er een melding op het multi-informatiedisplay.

  • De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.

    De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het rijden met hoge snelheid, enz.

  • De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.

    De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager dan ongeveer 0ºC gestaan.

  • De benzinemotor is aan het opwarmen.
  • Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna leeg.

    De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor wordt aangegeven, is laag.

  • Rijsnelheid is hoog.
  • Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
  • De voorruitverwarming is ingeschakeld.

■ De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt na korte tijd automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan komen. In dat geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.

Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY brandt en voordat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de EV-modus in te schakelen.

■ Automatische uitschakeling van de EV-modus Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch de benzinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld, klinkt een zoemer en knippert het controlelampje EV MODE, waarna het uitgaat.

  • Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.

    De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor wordt aangegeven, is laag.

  • Rijsnelheid is hoog.
  • Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.

■Maximale rijafstand in EV-modus De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter tot ongeveer 2 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto echter situaties waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt.

(De maximale rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batterijpakket [tractiebatterij] en de rijomstandigheden.)

■ Brandstofverbruik Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik onder normale rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en elektromotor [tractiemotor]).

Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.

WAARSCHUWING

■Wees voorzichtig tijdens het rijden Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van de auto.

Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of andere verkeersdeelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Wijzigen van de standen van het contact

    De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat op de knop wordt gedrukt.) UIT*.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Hybridetransmissie

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Motor starten

    Start de motor van de hulpauto en drijf het toerental wat op of trap het gaspedaal zachtjes in om uw motortoerental tussen 2000 en 3000 omw/min. te houden, zoals te zien op uw toerenteller. Start de motor van de stilgevallen auto. Zodra de stilgevallen auto is gestart, laat u beide motoren nog eens drie minuten draaien voordat u de hulpstartkabels loskoppelt. Verwijder de hulpstartkabels in omgekeerde volgorde van aansluiten.