In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje in verschillende zitposities kan worden geplaatst.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U: Geschikt voor een "universeel" baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst "universeel" baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L1: Geschikt voor een zitje van het type LEXUS G 0+, BABYSAFE PLUS met VEILIGHEIDSGORDELBEVESTIGING, BASE PLATFORM (0 - 13 kg) dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L2: Geschikt voor een LEXUS KIDFIX zitje (15 - 36 kg) dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
AANWIJZING:
*1: Zet de rugleuning van de voorstoel zo ver mogelijk rechtop. Zet de zitting van de voorstoel helemaal naar achteren.
Zet de zitting in de hoogste stand Als het baby- of kinderzitje het dak raakt, verlaag dan de stoelpositie.
Volg deze procedures
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.
*2: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
*3: Laat niemand plaatsnemen op de middelste zitplaats als de linker stoel voor een kinderzitje wordt gebruikt.
De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten de EU wellicht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen eveneens worden gebruikt als is gecontroleerd of ze geschikt zijn voor gebruik in uw auto.