Instructieboekje, auto handleidingen

Goede rijgewoonten

  • Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk Laat de auto bij het afrijden van een helling altijd in een versnelling staan.\
  • Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt. Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren. Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor.
  • Verlaag de snelheid voordat u terugschakelt Hiermee voorkomt u dat de motor met een te hoog toerental gaat draaien, wat schadelijk kan zijn voor de motor.
  • Verlaag uw snelheid ook als u geconfronteerd wordt met zijwind. Dan kunt u de auto beter onder controle houden.
  • Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat u de stand R (achteruit) inschakelt. Anders kan de transmissie beschadigd raken Om de stand R (achteruit) in te schakelen, moet u het koppelingspedaal intrappen, de versnellingspook in de vrijstand zetten, 3 seconden wachten en dan de versnellingspook in de stand R (achteruit) zetten.
  • Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas geven en schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de controle over uw auto kunt verliezen.

WAARSCHUWING

  • Draag altijd uw veiligheidsgordel! Bij een aanrijding lopen inzittenden die hun veiligheidsgordel niet dragen een veel grotere kans op ernstig letsel dan inzittenden die hun veiligheidsgordel wel dragen.
  • Pas uw snelheid aan voordat u een bocht aansnijdt of gaat keren.
  • Maak geen plotselinge stuurbewegingen bij het wisselen van rijbaan of bij het nemen van snelle, scherpe bochten.
  • De kans dat de auto over de kop slaat wanneer u de macht over het stuur verliest, is veel groter bij hogere snelheden.
  • Meestal verliest de bestuurder de macht over de auto wanneer twee of meer wielen van de weg raken en de bestuurder het stuur omgooit om de auto weer de weg op te sturen.
  • Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Minder in plaats daarvan snelheid voordat u de auto terug de weg op stuurt.
  • Houd u altijd aan de snelheidslimieten.

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Handgeschakelde transmissie bedienen

    De handgeschakelde transmissie heeft zes versnellingen vooruit Het schakelpatroon is aangebracht in de pookknop. Alle vooruitversnellingen zijn volledig gesynchroniseerd zodat het schakelen naar een hogere of lagere versnelling soepel verloopt. Trap het koppelingspedaal tijdens het schakelen geheel in en laat het langzaam opkomen Wanneer uw auto is uitgerust met een startknop, kunt u de motor niet starten zonder het koppelingspedaal in te trappen. Wanneer uw auto is uitgerust met een schakelblokkeersysteem, kunt u de motor niet starten zonder het koppelingspedaal in te trappen. Voordat de achteruitversnelling kan worden ingeschakeld, moet de selectiehendel eerst in de vrijstand worden gezet.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Automatische transmissie

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Actieve motorkap

    Bij een frontale aanrijding met een lichaam, bijvoorbeeld een voetganger, zorgt het systeem van de actieve motorkap ervoor dat het achterste deel van de motorkap omhoogkomt om het risico op een harde klap op het hoofd e.d. van de voetganger te verminderen door de speling van de motorruimte te vergroten.