Instructieboekje, auto handleidingen

Instellen van de Lexus Parking Assist-sensor

U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm wijzigen wanneer het contact AAN staat.

1. Druk op de toets MENU op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem/ Remote Touch en kies vervolgens op het scherm.

2. Selecteer "Auto" en selecteer vervolgens "Lexus Parking Assist" op het scherm.

3. Kies het gewenste onderwerp.

Lexus display-audioscherm

Gebruik van de ondersteunende systemen

10,3 inch display

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
  2. De weergave van de Lexus Parking Assist-sensor kan aan en uit worden gezet.
  3. De weergave van beeld en geluid voor de sensoren voor en de binnenste sensoren achter kan worden ingesteld.

■ De Lexus Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als

  • Hoeksensoren voor:
    - Het contact AAN staat.
    - De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
    - De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.

    (Bij een willekeurige snelheid als de selectiehendel in stand R staat.)

  • Binnenste sensoren voor:
    - Het contact AAN staat.
    - De selectiehendel in een andere stand dan P of R staat.
    - De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
  • Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
    - Het contact AAN staat.
    - De selectiehendel in stand R staat.

■Weergave Lexus Parking Assist-sensor Auto's met Lexus display-audiosysteem: Wanneer een obstakel wordt gesignaleerd terwijl de Lexus Parking Assist Monitor in werking is, verschijnt de waarschuwingsindicator in het bovenste gedeelte van het scherm, zelfs als de weergave is uitgeschakeld.

■ Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt

■ Persoonlijke voorkeursinstellingen Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke voorkeur.

WAARSCHUWING

■Waarschuwing bij het gebruik van de Lexus Parking Assist-sensor Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.

Anders kan een ongeval het gevolg zijn.

  • Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
  • Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tijdens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
  • Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.

 

WAARSCHUWING

■ Detectie-informatie sensoren

  • Het detectiegebied van de sensor is beperkt tot het gebied rond de bumper van de auto.
  • Bepaalde omstandigheden van de auto en de omgeving, zoals de hieronder genoemde, kunnen een negatieve invloed hebben op het vermogen van de sensoren om obstakels correct te signaleren. Let vooral op in de volgende situaties. Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
    • Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal het probleem oplossen.)
    • De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)

    Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat obstakels niet worden gesignaleerd.

    • De sensor is op een of andere manier afgedekt.
    • De auto helt sterk over naar één zijde.
    • De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
    • Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone geluidsgolven produceren.
    • Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
    • De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid regenwater.
    • De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
    • Er zijn sleepogen geplaatst.
    • Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
    • De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
    • In fel zonlicht of zeer koud weer.
    • Objecten direct onder de bumper worden niet waargenomen.
    • Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
    • Er is een niet-originele Lexus-wielophanging geplaatst (verlagingsset, enz.).
    • Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.

Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden gezien dan ze in werkelijkheid zijn.

  • De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel niet signaleert.

    Let goed op bij de volgende obstakels:

    • Kabels, hekken, touwen, enz.
    • Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
    • Zeer hoekige objecten
    • Lage obstakels
    • Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
    • Mensen, dieren en andere bewegende obstakels

 

WAARSCHUWING
  • Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
    • Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
    • Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor bevinden.
    • Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging.

      Zelfs als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weergegeven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.

    • Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
    • Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.

 

OPMERKING

■ Als de Lexus Parking Assist-sensor wordt gebruikt In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een storing in een sensor enzovoort. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

  • Het bedieningsdisplay van de Lexus Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een zoemer terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
  • Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld aan een krachtige schok.
  • Als de bumper ergens tegenaan komt.
  • Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt, behalve wanneer de toets "Mute" van de zoemer is ingeschakeld.
  • Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.

    Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sensor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.

■ Opmerkingen bij het wassen van de auto Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.

Anders kan de sensor defect raken.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Detectiebereik van de sensoren

    Ongeveer 100 cm Ongeveer 150 cm Ongeveer 50 cm Ongeveer 60 cm

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Lexus Parking Assist Monitor

    De Parking Assist Monitor assisteert de bestuurder bij het achteruitrijden, bijvoorbeeld bij het parkeren, door het gebied achter de auto op een scherm weer te geven. De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en verschillen mogelijk van het werkelijke beeld op het scherm.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Controleren van de banden

    Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn. Controleer de banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige slijtage aan een zijde van het loopvlak. Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel ook als het niet gebruikt wordt. Nieuwe band Versleten loopvlak Slijtage-indicator