Instructieboekje, auto handleidingen

Interieurfilter

Interieurfilter

  1. Buitenlucht
  2. Gerecirculeerde lucht
  3. Interieurfilter
  4. Aanjager
  5. Verdamper
  6. Kachelradiateur

Het interieurfilter, dat achter het dashboardkastje is gemonteerd, filtert de lucht die via het verwarmings en airconditioningssysteem naar het interieur wordt gevoerd Als het filter in de loop van de tijd verstopt raakt door stof en andere verontreinigingen, neemt de luchttoevoer via de uitstroomopeningen af en kan de voorruit aan de binnenzijde beslaan, ook al is de stand BUITENLUCHT gekozen Laat als dit gebeurt het interieurfilter vervangen door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.

OPMERKING

  • Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema. Als er onder ongunstige omstandigheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een stoffige omgeving of op slechte wegen, moet het interieurfilter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
  • Wanneer de hoeveelheid uitstromende lucht plotseling sterk vermindert, moet u het systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Airconditioning

    Kia airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R a of R1234yf. Start de motor. Druk op toets A/C. Zet de luchtcirculatietoets in stand 3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets luchttoevoer. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal comfort te bereiken.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Sticker koudemiddel airconditioning

    ❈ De werkelijke sticker koudemiddel airconditioning in de auto kan afwijken van de afbeelding De symbolen en specificaties op de sticker koudemiddel airconditioning betekenen het volgende: Classificatie van het koudemiddel Hoeveelheid koudemiddel Classificatie van de compressorolie

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Veilig rijden

    Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden. De juiste houding achter het stuur Pas de hoek van de rugleuning zo aan dat u rechtop zit en niet voorover hoeft te leunen om te kunnen sturen. Pas de zitting zo aan dat u de pedalen helemaal kunt intrappen en dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer u het stuurwiel vasthoudt. Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de bovenkant van uw oren. Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze.