Interieurfilter
- Buitenlucht
- Gerecirculeerde lucht
- Interieurfilter
- Aanjager
- Verdamper
- Kachelradiateur
Het interieurfilter, dat achter het dashboardkastje is gemonteerd, filtert
de lucht die via het verwarmings en airconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd Als het filter in de loop van de tijd verstopt
raakt door stof en andere verontreinigingen, neemt de luchttoevoer via de
uitstroomopeningen af en kan de voorruit aan de binnenzijde beslaan, ook
al is de stand BUITENLUCHT gekozen Laat als dit gebeurt het interieurfilter
vervangen door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële
Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
OPMERKING
- Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema. Als er onder ongunstige omstandigheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een stoffige omgeving of op slechte wegen, moet het interieurfilter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
- Wanneer de hoeveelheid uitstromende lucht plotseling sterk vermindert, moet u het systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
LESEN SIE MEHR:
Kia airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R a of
R1234yf.
Start de motor. Druk op toets A/C.
Zet de luchtcirculatietoets in stand
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of
RECIRCULATIE in met de toets luchttoevoer.
Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
❈ De werkelijke sticker koudemiddel airconditioning in de auto kan
afwijken van de afbeelding De symbolen en specificaties op de sticker
koudemiddel airconditioning betekenen het volgende:
Classificatie van het koudemiddel
Hoeveelheid koudemiddel
Classificatie van de compressorolie
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie zetten
en de
spiegels afstellen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
Pas de hoek van de rugleuning zo
aan dat u rechtop zit en niet voorover
hoeft te leunen om te kunnen
sturen.
Pas de zitting zo aan dat u de pedalen
helemaal kunt intrappen en dat
uw armen licht gebogen zijn bij de
ellebogen wanneer u het stuurwiel
vasthoudt.
Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de
bovenkant
van uw oren.
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze.