Airconditioning
Kia airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R a of
R1234yf.
- Start de motor. Druk op toets A/C.
- Zet de luchtcirculatietoets in stand
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of
RECIRCULATIE in met de toets luchttoevoer.
- Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel van het type R a
of R 1234yf, in overeenstemming met de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie. Welk koudemiddel er in uw auto wordt gebruikt, kunt u zien op
een label aan de binnenzijde van de motorkap Zie "Koudemiddelsticker" op
bladzijde voor meer informatie over de locatie van het koudemiddellabel.
LET OP
- Onderhoud aan het
airconditioningssysteem mag alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertificeerde technici, zodat het systeem goed en veilig blijft werken.
- Onderhoud aan het
airconditioningssysteem moet worden uitgevoerd in een goed geventileerde ruimte.
- De verdamper mag nooit worden gerepareerd of worden vervangen door een exemplaar uit een andere auto en een nieuwe MAC verdamper moet zijn voorzien van een SAE J2842 certificaat.
OPMERKING
- Houd de temperatuurmeter nauwlettend in de gaten wanneer de airconditioning wordt gebruikt als u lange hellingen oprijdt of als u in druk verkeer rijdt bij hoge buitentemperaturen. Door het gebruik van het airconditioningssysteem kan de motor oververhit raken. Blijf de aanjager gebruiken en schakel het airconditioningssysteem uit wanneer de temperatuurmeter aangeeft dat de motor oververhit raakt.
- Bij het openen van de ruiten bij vochtig weer kan de airconditioning druppelvorming in het interieur veroorzaken. Omdat te veel vocht in het interieur schade aan elektrische componenten kan veroorzaken, mag de airconditioning alleen worden gebruikt als de ruiten gesloten zijn.
Tips voor gebruik van de airconditioning
- Open de ruiten een tijdje wanneer de auto tijdens warm weer in
de volle zon geparkeerd is geweest, zodat de warme lucht naar buiten
kan.
- Gebruik op regenachtige dagen of dagen met een hoge
luchtvochtigheid de airconditioning om de vochtigheidsgraad en vocht
in het voertuig te verminderen.
- Tijdens de werking van de airconditioning ziet u het
motortoerental zo nu en dan iets veranderen wanneer de aircocompressor
inschakelt. Dit is een normaal verschijnsel tijdens de werking van het
systeem.
- Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om
het systeem in een optimale staat te houden.
- Na gebruik van de airconditioning kan onder de rechterzijde van
de auto een plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is een normaal
verschijnsel tijdens de werking van het systeem.
- Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer de airconditioning
ingeschakeld is, wordt wel een maximaal koeleffect bereikt, maar kan
het gebruik van deze stand gedurende een langere tijd ertoe leiden dat
de lucht in het interieur muf wordt.
- Tijdens het koelen voelt u mogelijk een licht vochtige luchtstroom
door een snelle koeling en de toevoer van vochtige lucht. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de werking van het systeem.
LESEN SIE MEHR:
Ventileren
Zet de luchtcirculatietoets in stand .
Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter
Aanjager
Verdamper
Kachelradiateur
Het systeem schakelt de verwarmingsmodus automatisch in, en niet op verzoek
van de gebruiker. Enkele seconden nadat u de motor hebt gestart, gaat de
verwarming automatisch aan als de motor draait en aan andere voorwaarden is
voldaan. De verwarming kan gedurende de hele rijcyclus aan- en uitgaan op basis
van de temperatuur van de koelvloeistof. Voordat u een benzinemotor start, moet
u mogelijk eerst de klimaatregeling instellen op een verwarmingsmodus.