De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat de bestuurder voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan worden afgestemd op uw houding achter het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af door de spiegel omhoog of omlaag te bewegen.
Antiverblindingsstand
Binnenspiegel met handmatig bediende antiverblindingsstand
Verblinding door de koplampen van achteropkomend verkeer kan worden beperkt door de lip te verstellen.
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend verkeer.
De modus voor de automatische antiverblindingsstand wijzigen
AAN/UIT
Wanneer de automatische antiverblindingsstand is ingeschakeld, brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet, omdat hierdoor de werking van de sensoren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. |