Procedure voor het verstellen
Elektrische verstelling
Door de schakelaar te bedienen kan het stuur in de volgende richtingen versteld worden:
Handmatige verstelling
1. Houd het stuurwiel vast en druk de hendel omlaag.
2. Zet het stuurwiel in de ideale positie door het in horizontale en verticale richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel omhoog om het stuurwiel te borgen.
Claxon
Druk op of vlak bij het symbool om te claxonneren.
■ Het stuurwiel kan worden versteld wanneer (elektrische verstelling) Het contact in de stand ACC of AAN staat*.
*: Wanneer de bestuurdersgordel is vastgemaakt, kan het stuurwiel worden versteld, ongeacht de stand van het contact.
■ Automatische verstelling van de stuurwielpositie (indien aanwezig) Met het ergonomisch geheugen kan een gewenste stuurwielpositie in het geheugen worden opgeslagen en automatisch worden opgeroepen.
■ Power Easy Access-systeem (indien aanwezig) Het stuurwiel en de bestuurdersstoel worden automatisch versteld in overeenstemming met de stand van het contact en de toestand van de veiligheidsgordel van de bestuurder.
WAARSCHUWING ■Wees voorzichtig tijdens het rijden Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden. Anders kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. ■ Na het afstellen van het stuurwiel (handmatige verstelling) Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is. Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen, waardoor een ongeval kan ontstaan met ernstig letsel tot gevolg. Ook klinkt de claxon wellicht niet als het stuurwiel niet goed is vergrendeld. |