Werking systeem
Ventileren
- Zet de luchtcirculatietoets in stand .
- Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
- Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
- Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
- Zet de luchtcirculatietoets in stand
.
- Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
- Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
- Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
- Als u de uitstromende lucht gedroogd wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten (indien van toepassing).
Tips voor gebruik
- Om te voorkomen dat stof of onaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand recirculatie worden gezet Selecteer de stand
buitenlucht weer zodra de bron van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur. Frisse lucht is beter
voor de fysieke gesteldheid van de bestuurder en bovendien aangenamer.
- De lucht voor het verwarmings en ventilatiesysteem wordt
aangevoerd via de roosters in de paravan onder de voorruit. Zorg er
daarom voor dat deze roosters niet worden geblokkeerd door bladeren,
sneeuw of andere objecten.
- Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand buitenlucht te
selecteren, de aanjager in de gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de gewenste temperatuur in te
stellen.
- Schakel de stand of
in wanneer de voorruit beslaat.
LET OP Wanneer de aanjager wordt bediend terwijl het contact in de stand ON staat, kan de accu ontladen raken. Bedien de aanjager alleen wanneer de motor draait.
LESEN SIE MEHR:
Kia airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R a of
R1234yf.
Start de motor. Druk op toets A/C.
Zet de luchtcirculatietoets in stand
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of
RECIRCULATIE in met de toets luchttoevoer.
Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
De 12 V aansluiting is ontworpen om mobiele telefoons en andere apparaten
die in de auto gebruikt kunnen worden, op te laden. Deze apparaten mogen niet
meer dan 10 A afnemen als de motor draait.
LET OP
Gebruik de 12 V aansluiting alleen als de motor draait en verwijder de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Als de 12 Vaansluiting gedurende langere tijd wordt gebruikt als de motor niet draait, kan de accu te ver ontladen.
Gebruik alleen elektrische apparatuur die werkt op 12 V en maximaal 10 A afneemt.
Zet de airconditioning of de verwarming in de laagste stand als de 12 V aansluiting wordt gebruikt.
Plaats het afdekkapje op de aansluiting wanneer deze niet wordt gebruikt.
Sommige elektronische apparaten die op de 12 V aansluiting worden aangesloten, kunnen storingen veroorzaken. De problemen kunnen variëren van een slechte radio ontvangst tot storingen in de elektronische systemen en apparaten in de auto.
Vermijd het gebruik van de verwarming of airconditioning als u het multifunctionele stopcontact gebruikt. Indien u de verwarming of airconditioning toch tegelijkertijd moet gebruiken, zet deze dan op de laagste stand.
Sommige elektrische apparaten kunnen elektromagnetische interferentie veroorzaken. Dit kan tot storingen, een slechte audio / video ontvangst of een slechte werking van het elektrisch systeem leiden.
Zorg ervoor dat elektrische apparaten goed op het multifunctionele stopcontact zijn aangesloten. Losse contacten kunnen elektrische storingen veroorzaken.