Mistachterlicht
Zet de schakelaar in stand ON om het mistachterlicht in te schakelen als
het dimlicht is ingeschakeld (1).
De mistachterlichten gaan branden als de schakelaar van de mistlampen vóór
in de stand ON is gezet en de schakelaar voor de verlichting in de stand
parkeerlicht staat Om de mistachterlichten uit te schakelen zet u de
schakelaar nogmaals aan, of u zet de combischakelaar uit.
OPMERKING Het contact moet in stand ON staan om de schakelaar van het mistachterlicht in te schakelen.
LESEN SIE MEHR:
De mistlampen dienen voor een beter zicht onder omstandigheden waarbij
het zicht sterk verminderd is, zoals bij mist, regen, sneeuwval, enz. De
mistlampen gaan aan als de mistlampschakelaar (1) wordt ingeschakeld nadat
de parkeerverlichting is ingeschakeld Zet de mistlampschakelaar (1) in de
stand uit om de mistlampen uit te schakelen.
Handmatig type
De koplamphoogte kan worden afgesteld en aan het aantal inzittenden en
de hoeveelheid bagage in de auto worden aangepast door de schakelaar voor
de koplamphoogte te draaien Hoe hoger het nummer op de schakelaar, hoe
lager de lichtbundel schijnt Zorg ervoor dat de koplampen niet te hoog
staan om verblinding van andere weggebruikers te voorkomen Hieronder
staan voorbeelden van een correcte afstelling. Stel bij een andere mate
van belasting dan hieronder vermeld de koplampen af volgens de situatie in
het overzicht die zo veel mogelijk aansluit bij de actuele situatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing (waarschuwingslampje).