Motorolie controleren
- De auto moet op een vlakke ondergrond staan.
- Controleer het oliepeil voordat u de motor start of zet e motor uit
en wacht 10 minuten om de olie in het oliecarter af te tappen.
- Verwijder de oliepeilstaaf en veeg deze af met een schone, niet
pluizende doek.Plaats de oliepeilstaaf opnieuw en trek deze eruit om het
oliepeil te controleren.
Als het oliepeil op de minimummarkering staat, vul dan onmiddellijk olie
bij.
N.B.: Controleer of het
oliepeil tussen de MIN- en MAX-merktekens staat.
N.B.: Het olieverbruik van
nieuwe motoren bereikt zijn normale waarde nadat ongeveer 5.000 km is
afgelegd.Motorolie bijvullen
WAARSCHUWINGVul geen motorolie bij wanneer de motor heet is. Als u deze
instructie negeert, kan dat verwondingen tot gevolg hebben.
Verwijder de vuldop niet bij draaiende motor.Gebruik geen extra additieven voor motorolie. Deze zijn onnodig en
kunnen motorschade veroorzaken die wellicht niet gedekt is door uw
voertuiggarantie.
- Reinig het gebied rond de motorolievuldop vooraleer u deze
verwijdert.
- Verwijder de vuldop.
- Vul motorolie bij die voldoet aan onze specificaties.
- Vervang de vuldop.Draai rechtsom tot u sterke weerstand voelt.
N.B.: Vul geen olie bij tot
boven de MAX-markering.Wordt olie tot boven de MAX-markering bijgevuld,
dan kan dat motorschade tot gevolg hebben.
N.B.: Absorbeer alle
gemorste olie onmiddellijk met een absorberende doek.
Motorkoelventilator
WAARSCHUWINGZorg dat uw handen en kledingstukken niet met de koelventilateur in
aanraking kunnen komen.
Onder bepaalde omstandigheden kan de motorkoelventilateur nog enkele minuten
blijven doordraaien nadat u de auto hebt uitgezet.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWINGVerwijder de dop van het koelvloeistofreservoir nooit wanneer de
motor draait of op bedrijfstemperatuur is.
Verwijder de vuldop van het koelvloeistofreservoir niet wanneer het
koelsysteem heet is. Wacht 10 minuten totdat het koelsysteem is
afgekoeld. Bedek de dop van het koelvloeistofreservoir met een dikke
doek om brandwonden te voorkomen en verwijder de dop langzaam. Als u
deze instructie negeert, kan dat verwondingen tot gevolg hebben.
In een noodsituatie zet het remsysteem zich klaar om direct te
reageren als de bestuurder het rempedaal intrapt.
AEB geeft extra remvermogen om maximaal te kunnen remmen als de
bestuurder het rempedaal intrapt.
De remregeling wordt automatisch gedeactiveerd als de
bestuurder hard op het rempedaal trapt of een ruk aan het stuur geeft.
De remregeling wordt automatisch beëindigd als d