Reparatiemethode in noodgevallen
1. Neem de reparatieset uit het gereedschapsvak.
2. Verwijder het ventieldopje van het
wiel met de lekke band.
3. Verwijder de beschermende laag
van de fles en trek de slang uit. Verwijder
het dopje van de slang.
Bevestig de bij de fles meegeleverde
stickers op de aangegeven plaatsen.
(Zie stap 9.)
Het ontluchtingsdopje van de slang
wordt nog gebruikt. Berg het dopje
daarom veilig op.
4. Sluit de slang aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de slang zo ver
mogelijk rechtsom.
5. Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld.
6. Verwijder de voedingsaansluiting
van de compressor.
7. Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting.
8. Verwijder de sticker.
9. Bevestig de 2 stickers zoals aangegeven.
Verwijder vuil en vocht van het wiel
voordat u de sticker bevestigt. Als de
sticker niet kan worden bevestigd, laat
dan, wanneer u de band laat repareren
of vervangen, de erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat bandenreparatievloeistof
is ingespoten.
10. Sluit de fles aan op de compressor.
Plaats de fles, om deze aan te sluiten,
verticaal in de compressor, zoals aangegeven
in de afbeelding, en zorg ervoor
dat de klauw op de flessenhals in de uitsparing
van het compressorhuis haakt.
11. Controleer de voorgeschreven bandenspanning.
De bandenspanning wordt aangegeven op de sticker, zoals afgebeeld.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
12. Schakel het hybridesysteem in.
13. Zet de compressor aan om de bandenreparatievloeistof
in te spuiten
en de band met lucht te vullen.
14. Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
- De bandenreparatievloeistof
wordt ingespoten, de druk loopt
op en daalt vervolgens geleidelijk.
- De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de
schakelaar aan is gezet de werkelijke
bandenspanning weer.
- Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning.
15. Maak terwijl de compressor is uitgeschakeld de slang los van het
ventiel en
trek vervolgens de voedingsstekker uit de accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de slang wat
bandenreparatievloeistof.
16. Plaats het ventieldopje op het ventiel van het gerepareerde wiel.
17. Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenreparatievloeistof
en kan de auto vuil
worden.
18. Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, tijdelijk op
in de
bagageruimte.
19. Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band te
verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal 80 km/h.
20. Stop, nadat u ongeveer 5 km/h hebt
gereden, op een veilige plaats met
een harde en horizontale ondergrond
en verwijder het ontluchtingsdopje
van de slang voordat u de
reparatieset opnieuw aansluit.
21. Zet de compressor aan, wacht
ongeveer 5 seconden en zet de
compressor weer uit. Controleer de
bandenspanning.
- Als de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar,
19 psi): Het gat kan niet worden
gerepareerd. Neem contact op
met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
- Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of
hoger is,
maar lager dan de voorgeschreven spanning: Ga door naar 22.
- Als de bandenspanning juist is: Ga verder met 23.
22. Zet de compressor aan om de band op de voorgeschreven spanning te
brengen.
Rijd ongeveer 5 km en voer dan 20 uit.
23. Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenreparatievloeistof
en kan de auto vuil
worden.
24. Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
25. Voorkom plotseling remmen, plotseling accelereren en scherpe
bochten. Rijd
voorzichtig met een snelheid van maximaal 80 km/h naar de
dichtstbijzijnde
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het repareren of vervangen
van de band.
■ Bandenreparatieset
- De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste
houdbaarheidsdatum
staat vermeld op de fles. De bandenreparatievloeistof dient voor de
uiterste houdbaarheidsdatum
te worden vervangen. Neem voor de vervanging contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
- De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig
worden gebruikt om een
enkele band tijdelijk te repareren. Als de bandenreparatievloeistof
in de fles en andere
delen van de set zijn gebruikt en moeten worden vervangen, neem dan
contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
- De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij temperaturen van
-30ºC tot 60ºC.
- De bandenreparatieset is exclusief bestemd voor de originele
banden die op uw auto
zijn gemonteerd. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende
maat of voor
andere doeleinden.
- Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze
vlekken veroorzaken.
- Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het
wiel of de carrosserie
worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een
vochtige doek.
- Als de bandenreparatieset wordt gebruikt, zal dit duidelijk
hoorbaar zijn. Dit is normaal
en duidt niet op een storing.
■ Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset
- Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
- Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt,
gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
■ Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de
bandenreparatievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de
bandenreparatievloeistof
niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken. Anders worden
reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet goed uitgevoerd.
■ Als de band op een te hoge spanning is gebracht
1. Neem de slang los van het ventiel.
2. Plaats het ontluchtingsdopje op het uiteinde
van de slang en druk het uitsteeksel in het
ventiel om wat lucht uit de band te laten ontsnappen.
3. Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en
sluit dan de
slang weer aan.
4. Schakel de compressor in, wacht een paar seconden en schakel deze
dan weer uit.
Controleer of de bandenspanning op het voorgeschreven niveau is.
Zet als de bandenspanning lager is dan de voorgeschreven spanning de
compressor
weer aan en herhaal de procedure van het op spanning brengen tot de
voorgeschreven
spanning is bereikt.
WAARSCHUWING ■Wees voorzichtig tijdens het
rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorschriften kan een ongeval tot
gevolg hebben.
- De bandenreparatieset is speciaal voor uw auto gemaakt.
Gebruik de set nooit voor
andere auto's.
- Gebruik de bandenreparatieset niet voor banden met een
andere maat dan de voorgeschreven
maten of voor andere doeleinden. Als u dit wel doet, kunnen
de banden
mogelijk niet meer worden gerepareerd.
■ Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
bandenreparatievloeistof
- Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk
voor uw gezondheid. Als u
bandenreparatievloeistof inslikt, moet u zo veel mogelijk
water drinken en onmiddellijk
een huisarts raadplegen.
- Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof
in uw ogen of op uw huid is
terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich niet
lekker blijft voelen.
|
WAARSCHUWING ■ Bij het repareren van een lekke
band
- Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke
ondergrond.
- Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen direct
nadat met de auto is gereden
niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte
rond de remmen mogelijk
zeer heet. Wanneer u deze delen met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen
aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden.
- Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het
wiel aan de auto bevestigd is.
- Als de slang niet goed is aangesloten op het ventiel,
kan er lucht ontsnappen of kan
de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
- Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel,
is het mogelijk dat de slang
abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
- Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters
bandenreparatievloeistof naar buiten
komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit
de band laat ontsnappen.
- Volg voor het repareren van de band de volgende
procedure. Als u de procedure
niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten
spuiten.
- Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd
wordt, omdat de band kan
klappen. Zet de schakelaar van de compressor direct uit als
u ziet dat de band
scheurtjes vertoont of vervormt.
- De bandenreparatieset kan bij langdurig gebruik
oververhit raken. Gebruik de compressor
niet langer dan 10 minuten achter elkaar.
- Sommige onderdelen van de bandenreparatieset kunnen erg
warm worden. Wees
daarom voorzichtig tijdens en na het gebruik ervan.
- Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen
op de aangegeven plaats.
Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich een
airbag bevindt, zoals
op het middelste deel van het stuurwiel, dan kan dit de
werking van het airbagsysteem
hinderen.
■ Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te
verdelen
- Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij
het maken van bochten.
- Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt dat het
stuurwiel naar één kant trekt,
brengt u de auto tot stilstand en controleert u het
volgende:
- Toestand van de band. De band kan van de velg zijn
afgelopen.
- Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3
kg/cm2 of bar, 19 psi) of
lager is, dan kan dit duiden op een ernstige schade aan
de band.
|
OPMERKING ■ Een noodreparatie uitvoeren
- Voer de noodreparatie uit zonder de spijker of schroef
die het loopvlak heeft doorboord
te verwijderen. Als het object dat het lek heeft veroorzaakt
is verwijderd, is het
wellicht niet mogelijk om een noodreparatie met de
bandenreparatieset uit te voeren.
- De bandenreparatieset is niet waterdicht. Zorg dat de
bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik in de
regen.
- Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige
ondergrond, zoals in het zand of in de
berm. Als er vuil of stof in de bandenreparatieset komt, kan
er een storing optreden.
- Houd de bandenreparatieset tijdens het gebruik rechtop.
De bandenreparatieset
werkt anders niet.
■ Gebruik van de bandenreparatieset
- De compressor heeft een gelijkstroomvoeding van 12 V
nodig. Sluit de compressor
niet aan op een andere voedingsbron.
- Als de bandenreparatieset in aanraking komt met benzine,
kan de bandenreparatieset
beschadigd raken. Zorg dat de set niet met benzine in
aanraking kan komen.
- Berg de bandenreparatieset op de daarvoor bestemde
plaats op en houd hem buiten
bereik van kinderen.
- Demonteer of wijzig de bandenreparatieset niet. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en
-zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken
de bandenspanningssensor
en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer
bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Vervang na het gebruik van bandenreparatievloeistof de
bandenspanningssensor en -
zender wanneer de band wordt gerepareerd of vervangen. |
LESEN SIE MEHR:
Onderdelen van de bandenreparatieset
Slang
Ontluchtingsdopje
Bandenspanningsmeter
Compressorschakelaar
Voedingsaansluiting
Stickers
Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel, maar met run-flat banden
kunt
u met een lekke band blijven doorrijden. Minder in dat geval snelheid en rijd
extra voorzichtig.
Controleer de radiateurs en de condensor en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker bent
van de
staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING