Servicemodus

Bandenspanning (indien van toepassing)

In deze modus wordt de bandenspanning van elk van de banden weergegeven U kunt de eenheid voor de bandenspanning wijzigen in de modus 'User settings' (Gebruikersinstellingen) ❈ Zie "Modus Gebruikersinstellingen" op bladzijde voor meer informatie.

Onderhoudsinterval

Onderhoud over

In deze modus wordt berekend en aangegeven wanneer uw auto weer aan periodiek onderhoud toe is (in kilometers of in dagen) Als het resterend aantal kilometers of dagen 1 500 km of 30 dagen bereikt, verschijnt de mededeling "Onderhoud over" gedurende enkele seconden als u het contact of de toets ENGINE START/ STOP (motor starten/stoppen) in stand ON zet.

Onderhoud vereist

Als u geen onderhoud aan uw voertuig laat uitvoeren volgens het ingevoerde onderhoudsinterval, zal het bericht "Onderhoud vereist" gedurende enkele seconden worden weergegeven telkens als u het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON (aan) zet Om de onderhoudsinterval te resetten naar de afstand en dagen die u eerder heeft ingevoerd:

• Activeer de resetmodus door de toets OK (reset) langer dan 5 seconden in te drukken. Druk vervolgens nogmaals op de toets OK (reset) gedurende meer dan 1 seconde (Europa).
• Houd de toets OK (reset) langer dan 1 seconde ingedrukt (behalve Europa).

Onderhoud over UIT

Als het onderhoudsinterval niet is ingesteld, wordt de melding "Onderhoud over Uit" weergegeven op het LCDscherm.

OPMERKING Als een van onderstaande gebeurtenissen zich voordoet, kunnen afstand en dagen incorrect worden weergegeven.

• De accukabel is losgekoppeld.
• De zekeringschakelaar is uitgeschakeld.
• De accu is leeg.

HoofdWAARSCHUWING smodus (indien van toepassing)

Dit Waarschuwingslampje attendeert de bestuurder op de volgende situaties

• Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
• Storing in Advanced Smart Cruise Control systeem (ASCC) (indien van toepassing)
• Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) (indien van toepassing)
• Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB) (indien van toepassing)
• Storing in snelheidslimietinformatiefunctie (SLIF) (indien van toepassing)
• Storing in Electronic Control Suspension (ECS) (indien van toepassing)
• Storing in High Beam Assist (HBA) (indien van toepassing)
• Storing in verlichting
• Onderhoudsherinnering enzovoorts.

Het hoofdWaarschuwingslampje brandt als meer dan één van de bovenstaande situaties zich voordoen. Op dat moment verandert het pictogram op het LCD van ( ) naar ( ) Als er geen WAARSCHUWING meer nodig is, wordt het hoofdWaarschuwingslampje uitgeschakeld en verandert de icoon op het LCD weer in de vorige icoon ( ).

LESEN SIE MEHR: