Instructieboekje, auto handleidingen

Snelheden opslaan

Het opslaan van snelheden geldt voor de snelheidsbegrenzer en voor de snelheidsregelaar.

Werking

Werking

U kunt vijf snelheden opslaan in het geheugen van het systeem.

Standaard zijn er al enkele snelheden opgeslagen.

  • Ga naar het "Hoofdmenu" van het display van het instrumentenpaneel door op de toets "CONFIG" te drukken.
  • Selecteer het menu "Parameters auto" en bevestig uw keuze.
  • Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestig uw keuze.
  • Selecteer "Geprogrammeerde snelheden" en bevestig uw keuze.
  • Selecteer "Activeren" om de opgeslagen snelheden te kunnen gebruiken.
  • Vink de snelheden M1 tot en met M5 aan die u wilt gebruiken.
  • Verplaats de cursor naar de gekozen waarde en druk vervolgens op "CONFIG" om de waarde te kunnen wijzigen.
  • Selecteer "OK" en bevestig dit om de wijzigingen op te slaan.
Voer deze handelingen omwille van de veiligheid alleen uit als de auto stilstaat en gebruik hierbij het display van het instrumentenpaneel.

Deze handelingen kunnen alleen uitgevoerd worden als de auto stilstaat.

Selecteren

Selecteren van een opgeslagen snelheid:

  • druk op de toets "+" of "-" en houd de toets even ingedrukt; het systeem stopt bij de dichtstbijzijnde opgeslagen snelheid,
  • druk nog eens op de toets "+" of "-" en houd de toets ingedrukt om een andere opgeslagen snelheid te kiezen.

Op het instrumentenpaneel wordt de snelheid en de status van het systeem (in-/ uitgeschakeld) weergegeven.

    LESEN SIE MEHR:

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Storing

    In het geval van een storing in de snelheidsregelaar wordt de ingestelde snelheid gewist en knipperen de streepjes op het display. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Let tijdens het gebruik van de snelheidsregelaar op wanneer u de snelheid met de toetsen instelt; dit kan een plotselinge verandering van de wagensnelheid veroorzaken.

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Parkeerhulp

    Deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in de nabijheid van de auto (personen, auto's, bomen, slagbomen, enz.) die binnen het detectiebereik vallen.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Detectie van obstakels

    Bij het sluiten Het systeem stopt wanneer het een obstakel detecteert.Er klinken drie geluidssignalen en het systeem gaat terug naar de geopende positie. Wanneer u het obstakel hebt verwijderd, kunt u de achterklep verder bedienen. N.B.:  Als u instapt terwijl de achterklep wordt gesloten, kan uw auto wat schommelen en kan de detectie van obstakels worden geactiveerd. Om dit te voorkomen moet u de elektrische achterklep helemaal laten sluiten voordat u instapt. Voor u vertrekt, controleert u of er op het instrumentenpaneel een bericht staat dat de achterklep of een portier is geopend of de desbetreffende controlelamp brandt. Als u dat niet doet, kan de achterklep per ongeluk geopend blijven tijdens het rijden.