Soorten herkende verkeersborden
De volgende soorten verkeersborden, inclusief elektronische
verkeersborden
en knipperende verkeersborden, worden herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van Wenen voldoende) of recentelijk
geïntroduceerde
verkeersborden worden mogelijk niet herkend.
*1: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen van rijstrook niet worden
bediend, wordt het
teken niet weergegeven.
*2: Auto's met navigatiesysteem
LESEN SIE MEHR:
Nadat een verkeersbord door de camerasensor is herkend, wordt het op het
multi-informatiedisplay weergegeven wanneer de auto het verkeersbord
passeert.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergegeven.
Wanneer andere informatie dan van
het ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, wordt een verkeersbord
met de snelheidslimiet of een
verkeersbord voor einde van alle
verboden weergegeven.
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder m.b.v.
een
waarschuwingsdisplay.
Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de
snelheidswaarschuwing
in relatie tot de maximumsnelheid op het op het multi-informatiedisplay
weergegeven
verkeersbord overschrijdt, verandert de kleur van het verkeersbord.
Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt
terwijl er een
verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay,
gaat het verkeersbord knipperen.
Auto's met navigatiesysteem: Als het RSA-systeem een verkeersbord
voor
verboden in te rijden herkent en signaleert dat de bestuurder het
inrijverbod
negeert op basis van de kaartinformatie van het navigatiesysteem,
knippert
het verkeersbord voor verboden in te rijden.
Toets SOS
Controlelampjes
Microfoon
Noodoproepdiensten
■ Automatische melding van aanrijding
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het systeem automatisch de
meldkamer.*
De medewerker van de meldkamer ontvangt de locatie van auto en
probeert de inzittenden van de auto te spreken om de ernst van de situatie te
beoordelen. Als de inzittenden niet in staat zijn om te communiceren, behandelt
de medewerker de oproep als een noodgeval, neemt hij of zij contact op
met de dichtstbijzijnde hulpdiensten en verzoekt hij of zij om assistentie ter
plaatse.