1. Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempedaal in.
2. Raak de startknop aan met de zijde van de elektronische sleutel met daarop het Lexus-embleem.
Wanneer de elektronische sleutel wordt gedetecteerd, klinkt er een zoemer en wordt het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen, wordt het contact in stand ACC gezet.
3. Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
4. Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het hybridesysteem nog steeds niet kan worden gestart.
■ Uitschakelen van het hybridesysteem Zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het uitschakelen van het hybridesysteem.
■ Vervangen van de sleutelbatterij Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ontladen is.
■ Alarm (indien aanwezig) Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleutel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
■Wijzigen van de standen van het contact Laat het rempedaal los en druk tijdens stap 3 hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere keer dat de knop wordt ingedrukt.
■ Als de elektronische sleutel niet goed werkt
Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen)
Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld, schakel hem dan uit.
WAARSCHUWING ■ Bij het gebruik van de mechanische sleutel en het bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten of het schuifdak Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er geen risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de ruit of het schuifdak. Laat tevens de mechanische sleutel niet bedienen door kinderen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten tussen de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak. |