Instructieboekje, auto handleidingen

Starten van het hybridesysteem

1. Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempedaal in.

2. Raak de startknop aan met de zijde van de elektronische sleutel met daarop het Lexus-embleem.

Wanneer de elektronische sleutel wordt gedetecteerd, klinkt er een zoemer en wordt het contact AAN gezet.

Wanneer het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen, wordt het contact in stand ACC gezet.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

3. Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.

4. Druk op de startknop.

Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het hybridesysteem nog steeds niet kan worden gestart.

Uitschakelen van het hybridesysteem Zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het uitschakelen van het hybridesysteem.

Vervangen van de sleutelbatterij Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ontladen is.

Alarm (indien aanwezig) Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen.

Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleutel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.

Wijzigen van de standen van het contact Laat het rempedaal los en druk tijdens stap 3 hierboven op de startknop.

Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere keer dat de knop wordt ingedrukt.

Als de elektronische sleutel niet goed werkt

  • Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel hem dan in.

    (Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen)

  • Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld, schakel hem dan uit.

WAARSCHUWING

■ Bij het gebruik van de mechanische sleutel en het bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten of het schuifdak Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er geen risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de ruit of het schuifdak.

Laat tevens de mechanische sleutel niet bedienen door kinderen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten tussen de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren, ontgrendelen van de achterklep en aan de sleutel gekoppelde functies

    ■ Portieren Gebruik de mechanische sleutel om de volgende handelingen uit te voeren: Vergrendelen van alle portieren Sluiten van de ruiten en het schuifdak (draaien en vasthouden)* Ontgrendelen van alle portieren Openen van de ruiten en het schuifdak (draaien en vasthouden)*

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Als de 12V-accu is ontladen

    Als de 12V-accu ontladen is, kan het hybridesysteem met behulp van de onderstaande procedures worden gestart. U kunt ook contact opnemen met een erkende Lexus-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes

    Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf. Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op: conform de Europese wetgeving dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden vervoerd*, de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto, kinderen tot 9 kg moeten zowel voorals achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd. PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de buitenste achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren: met de rug in de rijrichting tot 3 jaar, met het gezicht in de rijrichting vanaf 3 jaar.