Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgrendelen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit onmogelijk te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uitgerust, zijn voorzien van labels op de ruiten van de beide voorportieren.
Inschakelen van de supervergrendeling
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en controleer of alle portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie: Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de buitenportiergreep aan.
Met de afstandsbediening: Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Uitschakelen van de supervergrendeling
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden geopend. |