Voll. beveiligd
Volledige beveiliging is de standaard instelling.Bij volledige beveiliging zijn de interieursensors ingeschakeld als u het alarm inschakelt.
N.B.: Schakel het alarm niet in indien zich personen, dieren of andere bewegende voorwerpen in de auto bevinden.Gereduceerde beveiliging
Bij gereduceerde beveiliging zijn de helling- en interieursensoren uitgeschakeld wanneer u het alarm inschakelt.Volledige of gereduceerde beveiliging selecteren
U kunt volledige of gereduceerde beveiliging selecteren m.b.v. het informatie-display.Vragen (Indien aanwezig)
U kunt de informatiedisplay zodanig instellen, dat telkens wordt gevraagd welk beveiligingsniveau u wilt instellen.Het alarm inschakelen
Het alarm wordt ingeschakeld wanneer u uw voertuig vergrendelt en het contact uit staat.Het alarm uitschakelen
Auto's zonder sleutelloze toegangSchakel het alarm en het alarmsignaal uit door de portieren met de sleutel te ontgrendelen, zet uw auto aan met een correct gecodeerde sleutel of ontgrendel de portieren met de afstandsbediening.
Auto's met sleutelloos toegangssysteemPerimeteralarm
Schakel het alarm en het alarmsignaal uit door de portieren met de sleutel te ontgrendelen en zet uw auto aan of ontgrendel de portieren met de afstandsbediening.N.B.: De passieve sleutel moet zich binnen het detectiegebied van dat portier bevinden.
Categorie 1 alarmSchakel het alarm en het alarmsignaal uit door de portieren met de sleutel te ontgrendelen en uw auto aan te zetten of de portieren of de achterklep met de afstandsbediening te ontgrendelen.
N.B.: De passieve sleutel moet zich binnen het detectiegebied van dat portier bevinden.