Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display van het instrumentenpaneel wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
STOP | permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding op het display. | Dit waarschuwingslampje gaat branden bij een ernstige storing met betrekking tot het remsysteem, de stuurbekrachtiging, een te lage motoroliedruk, een te hoge koelvloeistoftemperatuur of bij een ernstige elektrische storing. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats, omdat u anders het risico loopt op ernstige
motorschade.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Service | brandt tijdelijk. | Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden. | Identificeer de storing met behulp van de
bijbehorende melding, bijvoorbeeld:
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de controle van het roetfilter. Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
permanent. | Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden. | Identificeer de storing met behulp van de melding en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
permanent, waarbij de sleutel van de onderhoudsindicator eerst knippert en vervolgens permanent brandt. | Het interval voor de onderhoudsbeurt is overschreden. | Uitsluitend bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel mogelijk uitvoeren. |
||
Elektrische parkeerrem | knippert. | Het aantrekken van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. |
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizontale ondergrond, schakel een versnelling in (auto met automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P), zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Storing elektrische parkeerrem | permanent. | Storing in de elektrische parkeerrem. | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek. |
|
Uitschakeling van de automatische werking van de elektrische parkeerrem | permanent. | De functies "automatisch
aantrekken" (bij het afzetten van de
motor) en "automatisch vrijzetten"
zijn uitgeschakeld of werken niet.
Bij een storing gaat het branden van dit verklikkerlampje vergezeld van een waarschuwing-smelding. |
Raadpleeg de rubriek "Elektrische parkeerrem" om de
automatische functies weer in te schakelen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als de parkeerrem niet meer automatisch wordt aangetrokken of vrijgezet. De parkeerrem kan handmatig worden vrijgezet. Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek. |
|
Remsysteem | permanent. | Het remvloeistofniveau is te laag. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer van PEUGEOT. Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
|
permanent, in combinatie met het waarschuwing-slampje ABS. | Er is een storing in de elektronische remdrukregelaar (REF). | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Antiblokkeer-systeem (ABS) | permanent. | Er is een storing in het antiblokkeersysteem. | De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP/ASR) | knippert. | De ESP-/ASR-regeling is actief. | Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben of de auto uit de koers dreigt te raken. | |
permanent. | Storing in het ESP-/ASR-systeem. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Zelfdiagnose motor | knippert. | Er is een storing in het motormanagement-systeem. | Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
|
permanent. | Er is een storing in de emissieregeling. | Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
||
Laag brandstofniveau | permanent, met de wijzer in het rode gebied. | Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 7 liter brandstof in de
tank.
Vanaf dit moment worden de laatste liters brandstof in de tank aangesproken. |
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken. |
|
Additief AdBlue (BlueHDi-dieselmotor) | permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 600 en 2400 km. | Laat het AdBlue-reservoir snel bijvullen: neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij. | |
knippert, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE, een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 0 en 600 km. | Laat het AdBlue-reservoir zo snel mogelijk bijvullen om storingen te voorkomen: neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij. | ||
knippert, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE, een geluidssignaal en een melding dat starten niet is toegestaan. | Het AdBlue-reservoir is leeg: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk verplichte startblokkerings-systeem. | Om de motor te kunnen starten moet u het AdBlue-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reservoir bij.
U moet het additiefreservoir bijvullen met minimaal 3,8 liter AdBlue. |
||
Raadpleeg voor het bijvullen of voor meer informatie over het additief AdBlue de desbetreffende rubriek. | ||||
SCR-emissieregel-systeem (BlueHDi-dieselmotor) | permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding. | Er is een storing in het SCR-emissieregelsysteem. | Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet. | |
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding met betrekking tot de actieradius. | Na bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem kunt u maximaal 1100 km afleggen voordat het systeem het starten van de motor blokkeert. | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te voorkomen. | ||
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding. | U hebt de actieradius overschreden die is toegestaan na de bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het startblokkeringssysteem. | Neem verplicht contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de motor weer te kunnen starten. | ||
Motoroliedruk | permanent. | Er is een storing in de motorsmering. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Laadstroom accu | permanent. | Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo ontspannen of gebroken...). | Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
Een of meer portieren geopend | permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende carrosseriedeel aangeeft, bij een snelheid lager dan 10 km/h. | Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. | Sluit het desbetreffende carrosseriedeel. | |
permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende carrosseriedeel aangeeft en een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h. | ||||
Veiligheidsgordel(s) niet vastgemaakt of weer losgemaakt | permanent, en knippert vervolgens in combinatie met een in volume toenemend geluidssignaal. | Een van de veiligheidsgordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt. | Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder. | |
Airbags | tijdelijk. | Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet. | Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
permanent. | Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners. | Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Bochtverlichting | knippert. | Er is een storing in de bochtverlichting. | Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | |
Bandenspanning te laag | permanent. | De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. | Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd. |
|
knipperend en vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje Service. | Het controlesysteem voor de bandenspanning is defect of de sensor van een van de wielen wordt niet gedetecteerd. | De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |